het komend jaar) bij de gemeente als subsidieverzoek ingediend. De gemeente bepaalt de voorlopige subsidie jaarlijks voor 31 december en voor 1 augustus. 15. De gemeente maakt het voorlopig subsidiebedrag in maandelijkse termijnen over aan de exploitant van de Bredase zwemmbaden, die de subsidie met de maandelijkse facturen aan de verenigingen verrekent. 16. De subsidie wordt jaarlijks achteraf definitief vastgesteld op basis van het voor 1 april in te dienen "jaaroverzicht verenigingsgebruik" van het voorafgaande jaar. Toelichting bij de "bijzondere beleidsregels": De "entreeprijs" voor een uur verenigingsgebruik bedraagt voor beide genoemde bassins 161,00 (prijspeil 2000, inclusief BTW, conform de offerte van ESN-Breda.) De tarieven voor het verenigingsgebruik conform het huidige gemeentelijke sporttarievensysteem bedragen: voor een 25m-bassin: 52,50 p/u (peil 99/2000 exclusief BTW, factor 2,5 maal gymzaaltarief) voor een 50m-bassin: ƒ94,50 p/u (peil 99/2000 exclusief BTW, factor 4,5 maal gymzaaltarief) Deze richtlijn geldt momenteel voor de volgende erkende Bredase verenigingen: 1Duikteam Argonauta 2. Masterzwemvereniging Old Dutch 3. Onderwatersportvereniging Dusky 4. Kunstzwemvereniging Synchro 5. Reddingsbrigade Breda 6. Bredase veteranen Poloclub 7. Gehandicaptensportvereniging BISO '65 8. Zwemvereniging Surena 9. Bredase Zwem- en Poloclub 10. Triathlonvereniging Breda Erkennen van verenigingen voor toepassing van deze richtlijn is voorbehouden aan burgemeester en wethouders van Breda, op verzoek van de betreffende vereniging en na inwinnen van advies van zowel de Federatie van Bredase Zwem- en Watersportverenigingen als de exploitant van de Bredase zwembaden. Besluiten tot erkennen of het intrekken van erkenning kunnen tevens leiden tot aanpassing van voor een gemeentelijke bijdrage in de kosten in aanmerking komende urenaantallen. "Wekelijkse uren": zolang het aantal "6.1./6.3."-uren 35 of meer bedraagt, kan het totaal aantal subsidiabele wekelijkse uren verenigingsgebruik maximaal 44 bedragen. Is het aantal "6.1./6.3."-uren minder dan 35, dan wordt het maximale aantal subsidiabele wekelijkse uren minder dan 44. Een voorbeeld: Bij een jaarprogramma met 26 wekelijkse uren conform "6.1./6.3." en 18 uren conform "6.4." wordt het aantal subsidiabele uren: 26 plus V* van 26 26 7 (naar boven afgerond). De resterende 11 uren "6.4." zijn dan niet subsidiabel. "Incidentele uren": indien het aantal "verplichte" uren op jaarbasis tenminste 90 bedraagt, kan het totaal aantal subsidiabele "incidentele verenigingsuren" maximaal 180 uur per jaar bedragen. Indien het aantal "verplichte" uren minder dan 90 op jaarbasis is, wordt het subsidiabele aantal "niet-verplichte" uren ook minder dan 90 per jaar. Een voorbeeld: indien het programma voor een jaar 70 uur "verplichte" evenementen, toernooien en wedstrijden vermeld, en 100 uur "niet verplicht", komen de 70 uur "verplicht" en 70 uur "niet-verplicht" voor de gemeentelijke bijdrage in aanmerking, en de resterende 30 uur "niet-verplichte" activiteiten niet. Voor het overige is van kracht hetgeen inzake gemeentelijke subsidies is vastgelegd in respectievelijk: - de Algemene Wet Bestuursrecht - de Algemene Subsidieverordening Breda 1998 - de Beleidsregels subsidieverstrekking 1999. Behoort bij raadsbesluit nummerde dato mij bekend. de secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 896