overtreffen, waardoor een positieve beeldvorming, die goede reclame kan leveren, verloren gaat [blz. 12]. De nota Regelgeving Binnenstad komt vier jaar later tot een zelfde oordeel. Binnen de ge meentelijke organisatie leeft ook anno 1998 nog sterk het idee dat buitenreclame in de tot voor kort gebruikelijke verschijningsvormen een negatieve invloed heeft op de kwaliteit van de openbare ruimte. Anderzijds is er erkenning voor de functie die reclame in een stedelijk milieu heeft. In de nota Regelgeving Binnenstad valt zelfs te lezen dat reclame-uitingen kun nen worden beschouwd als belangrijke cultuurhistorische documenten: Heden ten dage is de reclame op zich dan ook geen voorwerp van kritiek. Goede reclame wordt ervaren als een weldadige bijdrage aan de samenleving. Het probleem is gelegen in de intensiteit en de verschijningsvorm [blz. 4j. Reclame kan door veelkleurigheid en variatie dus ook op een positieve manier bijdragen aan de identiteit van de openbare ruimte. Maar dan dient de gemeente wel greep te hebben op de gang van zaken op haar grondgebied. De opgave is om een zo groot mogelijke attentiewaarde voor de adverteerder te combineren met een zo gering mogelijke belasting van de openbare ruimte. 5.2 Gederfde inkomsten Geld is een belangrijk motief voor een gemeente om reclame toe te staan. Het vormt op zich geen bedrag dat domineert binnen de gemeentelijke inkomstenstroom, maar de omvang is toch interessant genoeg om inspanningen te wettigen om de reclame-opbrengsten te vergroten. In Breda heeft zich echter een tegenovergestelde ontwikkeling voorgedaan. De gemeente heeft een aantal jaren geleden, vanuit de wens om meer aandacht aan de openbare ruimte te beste den, de koers ingezet om het aantal reclame-objecten drastisch te verminderen. De nota van Openbare Werken over de organisatie van de vergunningverlening waarschuwde al dat een restrictiever reclamebeleid, waarbij de contracten voor billboards en lichtmast reclame niet zouden worden verlengd, zou leiden tot een vermindering van gemeentelijke in komsten met een bedrag in de orde van grootte van 185.000 gulden. Dat is bewaarheid ge worden en de Dienst Stadsbeheer dient deze wegvallende inkomsten nu te compenseren. Bij het opzeggen van de contracten was er wel aandacht voor deze financiële kwestie, maar ze heeft geen doorslaggevende rol gespeeld in de gemaakte afweging. Gezien de financiële po sitie van de gemeente en een zekere druk vanuit het bedrijfsleven is de buitenreclame van daag de dag weer wat nadrukkelijker in beeld aan het komen. Ter vergelijking moge dienen dat andere Nederlandse gemeenten met de omvang, ligging en uitstraling van Breda gemiddeld tussen de vier en vijf gulden per inwoner aan buitenreclame verdienen. 5.3 Rol van de ondernemers De vertegenwoordigers van het georganiseerde bedrijfsleven ervaren het als een groot pro bleem dat de gemeente geen beleid geformuleerd heeft op het gebied van buitenreclame, maar wel besluiten neemt die de mogelijkheden voor bedrijven om zich bekend te maken beïnvloe den. Met name het besluit om het lichtmastreclamecontract met het NPB niet te verlengen is bij het bedrijfsleven slecht gevallen: er vond geen overleg met hen plaats en de gemeente bood geen alternatief. Lokale ondernemers zien vooral deze lichtmastreclame als een geschikt medium om bekendheid te geven aan hun naam en adres. Voor de culturele en de evenemen tensector spelen de driehoeksborden een soortgelijke rol. Binnen de gemeentelijke organisatie is duidelijk het bewustzijn aanwezig dat er meer geluis terd moet worden naar de stem van het bedrijfsleven en dat er beter rekening moet worden gehouden met economische aspecten. Er wordt op gewezen dat ook ondernemers een belang - 10 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 90