Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [8056] Dienst/afdeling: CON/KAB Betreft: Inleiding Motivering/Toelichting Voorstel Agendapuntnummer 181 Aantal bijlagen: 1 Convenant 'Veili uitgaan in Breda' (binnenstad) Begin 1999 werd door de burgemeester het initiatief genomen om met de horeca, de politie, centrummanagement en het openbaar ministerie te bezien of tot verdere afspraken was te komen ter handhaving van de openbare orde in de binnenstad. Ook Horeca Nederland had bij brief van 18 januari 1999 medegedeeld hieraan graag medewerking te willen geven. Door de politie is daarbij voorgesteld de afspraken vast te leggen in een convenant 'Veilig uitgaan'. Op basis van bestaande afspraken, horecaconvenanten in andere gemeenten (Tilburg en Eindhoven), diverse landelijke handreikingen (Handreiking Veilig Uitgaan van het ministerie van Justitie, Veilig Stappen Plan van het Informatiepunt Lokale Veiligheid, Criminaliteitspreventie in de horeca van het Bedrijfschap Horeca, aanpak geweld op straat), de aanbevelingen uit het in opdracht van de politie opgestelde evaluatierapport 'Binnenstad Breda Bekeken' van het onderzoeksbureau Beke en de ervaringen in andere gemeenten met allerlei maatregelen is door een werkgroep een horecaconvenant voor Breda opgesteld. Overigens heeft het Kabinet in het Integraal Veiligheidsprogramma 1999 als doelstelling voor het thema 'geweld en horeca' gesteld dat alle gemeenten met meer dan 25.000 inwoners en met een geconcentreerd uitgaansgebied uiterlijk in 2002 een structurele aanpak moeten hebben ontwikkeld van de geweldsproblematiek in het uitgaansgebied, vastgelegd in een convenant 'Veilig uitgaan'. Met dit convenant voldoet Breda aan deze doelstelling. In deze werkgroep waren vertegenwoordigd de gemeente (afdeling Districtsbeheer en Bureau Regulering van de dienst Stadsbeheer, de afdeling Economische Zaken van de dienst RME, de afdeling Kabinet van de Concernstaf), Horeca Nederland (bestuurslid), Centrummanagement Breda, de politie (leiding politiedistrict Breda en leiding politieteam Breda Centrum), het Openbaar Ministerie (de officier van justitie). Met betrekking tot specifieke onderdelen is daarnaast bilateraal overleg gevoerd met andere onderdelen van de gemeente (bijvoorbeeld de afdeling Verkeer Vervoer van de dienst RME over de nachtbussen). Het bijgevoegde convenant 'Veilig uitgaan in Breda' voor de binnenstad aan te gaan onder voorwaarde dat minimaal 2/3de van de horecaondernemers in het aangegeven convenantsgebied dit convenant mede ondertekenen. Naar aanleiding van ernstige verstoringen van de openbare orde in de binnenstad in 1994 hebben de gemeente, het openbaar ministerie, de politie en de horeca met elkaar afspraken gemaakt omtrent ieders bijdrage aan de handhaving van de openbare orde in het uitgaanscentrum van Breda. Deze maatregelen zijn in 1996 geëvalueerd en verder uitgebreid. Onder andere door het opnemen van een bepaling in de Drank- en Horecaverordening 1997 (artikel 11, lid 3) voor de burgemeester om in het belang van de openbare orde een of meerdere inrichting een andere sluitingstijd op te leggen. In 1998 is daarnaast de binnenstad aangewezen als een gebied waar een verbod geldt als bedoeld in artikel 44 van de Algemeen Plaatselijke Verordening Breda 1997 (APV)(verbod op nuttigen alcohol op straat). -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 915