hebben bij een aantrekkelijke openbare ruimte. Een verschil van mening blijft bestaan over de kwestie of de gemeente al dan niet geld over zou mogen houden aan reclame. De VVV is de meest uitgesproken tegenstander van het genereren van meer reclame-inkomsten door de gemeente: Naarmate het gemeentebestuur er in slaagt de doelstelling (meer geld) te realiseren, zal dit zijn effect hebben op de tarieven die de gebruiker betaalt. Het gemeentebestuur heeft naar mijn overtuiging echter de gelijktijdige plicht en verantwoordelijkheid tegenover haar bur gers (en dus ook bijvoorbeeld de evenementenorganisatoren) zo aantrekkelijk en betaalbaar mogelijke tarieven te presenteren. Dit om de simpele reden, dat ook zij een (ander) gemeen telijk belang dienen. 5.4 Regelgeving De gemeente heeft tot nu toe niet eenduidig geformuleerd aan welke richtlijnen reclame in Breda moet voldoen. Door de Buitenruimteverordening is er in ieder geval duidelijkheid ge schapen voor gevelreclame, straatreclame en terrassen in de binnenstad. Daarbuiten bestaat er geen vastgesteld beleid, maar zijn er wel toetsingscriteria. De artikelen 16 (reclame op straat) en 71 (gevelreclame) van de APV kennen de volgende weigeringsgronden voor het toestaan van reclame-uitingen: - redelijke eisen van welstand; - landschapsschoon; - verkeersveiligheid; - bruikbaarheid van de weg; - overlast voor de omgeving. Het inhoudelijk oordeel over de toelaatbaarheid van reclame-uitingen berust bij de commissie WAM. Het belang van een welstandsoordeel over reclame wordt binnen de gemeente door nie mand betwist. De nota 'Gebruik openbare ruimte en organisatie vergunningenverlening' gaf al aan: Bij het beoordelen van de vormgevingskwaliteit van reclames speelt ook welstand een be langrijke rol [blz. 13]. Uiteraard dient het bij het voorleggen aan de commissie WAM van een aanvraag duidelijk te zijn aan welke richtlijnen deze getoetst zal worden, al was het alleen maar om aanvragers een gelijke behandeling te kunnen garanderen. 5.5 Handhaving Bureau Regulering Bij het opzetten van het Bureau Regulering is destijds ook de handhaving tot het takenpakket gerekend. Tot dan toe gebeurde dat binnen de gemeente ad hoe en verspreid over verschillen de afdelingen. Volgens de uit december 1991 daterende nota 'Gebruik openbare ruimte en or ganisatie vergunningenverlening' moest daar een einde aan komen: Onder handhaving wordt in dit verband verstaan het uitvoeren van de activiteiten, die erop gericht zijn de openbare ruimte voor alle belanghebbenden bruikbaar en leefbaar te houden. Als activiteiten zijn te noemen het houden van toezicht en de controle op de naleving van de in vergunningen en in de wetgeving gestelde eisen, voorschriften en voorwaarden. Ook valt hieronder het overgaan tot verwijdering van objecten waarvoor géén vergunning verleend is [blz. 22]. - 11 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 91