De veiligheid van gasten en medewerkers te waarborgen.
Daarnaast worden uitsluitend functionele eisen gesteld, zoals:
Eisen aan de kleding.
Eisen aan het gedrag.
Eisen aan de kredietwaardigheid.
4.3 De ondernemer instrueert het personeel en in het bijzonder de in dienst zijnde portiers
om discriminatie door medewerkers te voorkomen.
4.4 De ondernemer vermeldt de functionele toelatingseisen in het huisreglement.
4.5 Voor een voldoende toegangscontrole zorgen de ondernemers van de nachtzaken voor
de minimale inzet van twee portiers tijdens de openingstijden.
4.6 Ondernemers die bij het beveiligen van hun pand gebruik maken van cameratoezicht
nemen daarbij de daarvoor geldende (wettelijke) eisen in acht.
-4.7 Alle portiers moeten als zodanig herkenbaar zijn en voldoen aan de eisen die zijn
gesteld op basis van de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en
recherchebureaus.
4.8 De horecaondernemers die portiers in dienst hebben of hebben ingehuurd nemen deel
aan het hierna onder punt 4.15 genoemde jaarlijks overleg met de politie.
4.9 Indien bij een inrichting sprake is van een toegangscontrole door portiers wordt
gecontroleerd op het bezit van steek-, slag- of vuurwapens.
4.10 De ondernemer laat geen personen toe die kennelijk dronken zijn, onder invloed of in
het bezit van verdovende middelen zijn, zich agressief gedragen, in het bezit zijn van
steek-, slag- of vuurwapens of aan wie een (collectief) lokaalverbod als bedoeld onder
punt 4.11 is opgelegd en vermelden dit in het huisreglement.
4.11 Om notoire herrieschoppers de toegang tot horecainrichtingen te kunnen ontzeggen
hanteren de participerende ondernemers een collectief civielrechtelijk lokaalverbod.
4.12 Indien naar het oordeel van een ondernemer een persoon voor een collectief
lokaalverbod in aanmerking komt kan deze persoon worden gemeld bij het daartoe
door Horeca Nederland afdeling Breda aangewezen aanspreekpunt.
4.13 Horeca Nederland, afdeling Breda ontzegt namens de ondernemers de betrokken
persoon schriftelijk de toegang tot de deelnemende inrichtingen onder vermelding van
de termijn en stelt de politie daarvan schriftelijk in kennis.
Politie
4.14 De politie ziet er op toe dat alle bij de horeca werkzame portiers voldoen aan de
wettelijke eisen die zijn gesteld op basis van de Wet op de particuliere
beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
4.15 Politieteam Breda Centrum organiseert een keer per jaar een overleg met de
ondernemers die portiers in dienst hebben of hebben ingehuurd om de gang van zaken
te bespreken met betrekking tot het toelatingsbeleid van de horeca.
4.16 Iedere melding en aangifte van discriminatie wordt door de politie onderzocht.
4.17 De politie informeert de aangever en de betrokken ondernemer over de uitkomsten
van het onderzoek.
4.18 Maandelijks worden alle meldingen en aangiftes van discriminatie besproken met het
Openbaar Ministerie.
4.19 De politie beziet in overleg met het Openbaar Ministerie wat met door de horeca
ingenomen vuur-, slag- of steekwapens moet gebeuren.
5
Convenant 'Veilig uitgaan in Breda'
binnenstad)