wat betreft de organisatie was er dus aan enkele essentiële voorwaarden voor een samen
hangend en slagvaardig gemeentelijk reclamebeleid niet voldaan.
6 VISIE
6.1 Kwaliteitsstreven
Gezien het voorafgaande is de centrale vraag waar de gemeente Breda voor staat: waarom
zouden wij reclame in de openbare ruimte toe willen staan en onder welke condities kan dat
dan. Veel gemeenten worstelen met die vraag. De spanning die zij op moeten lossen is die
tussen de wens om meer inkomsten te behalen en het gelijktijdige streven naar een hoge(re)
kwaliteit van de openbare ruimte.
In Breda speelt nog een derde invalshoek een belangrijke rol en wel het belang van plaatselij
ke ondernemers. Vanuit de economische optiek is promotie een wezenlijk onderdeel van be
drijven, omdat ze zich anders niet goed kunnen manifesteren. En natuurlijk dragen bedrijven
in hoge mate bij aan de welvaart van de stad. Voor culturele instellingen en organisatoren
van manifestaties geldt óók het argument dat buitenreclame een belangrijk middel is om hun
activiteiten te promoten. Tot slot moeten we niet onvermeld laten dat reclame-objecten een
aantal nuttige, functionele kanten kunnen hebben, te denken valt aan abri's en stadsplatte
gronden.
In onze moderne westerse maatschappij maakt reclame onderdeel uit van de realiteit van het
stadsleven. Dat hoeft niet tot overwegend negatieve reacties te leiden. Reclame-objecten
kunnen een positieve bijdrage leveren aan het functioneren en het beeld van de stad. Maar dan
moet de gemeente wel een soort kwalitatieve ondergrens leggen. Breda wil zich als gemeente
profileren door haar kwaliteitsstreven. In de binnenstad begint al goed zichtbaar te worden
wat dat Bredase kwaliteitsbeleid inhoudt. Als het om buitenreclame gaat, mag met name van
de commissie WAM verwacht worden dat ze de inpasbaarheid in de architectonische en ste-
debouwkundige omgeving kan aangeven en beoordelen. Onderhandelingen met exploitanten
over een nieuw contract bieden de mogelijkheid om de wensen van de gemeente voor de
plaatsing en de vormgeving van een object te formuleren. Daarnaast blijven uiteraard richt
lijnen nodig voor de verkeersveiligheid en het voorkómen van overlast.
6.2 Doelstellingen
In het verleden domineerde in de Bredase houding ten aanzien van buitenreclame misschien te
veel dat de gemeente heel goed wist wat ze niet wilde. Dit plan probeert dat om te buigen
door aan te geven wat de gemeente wél wil. Uit de ontwikkelingen en knelpunten valt af te
leiden dat hierbij een vierledige doelstelling nagestreefd dient te worden:
- een hoge kwaliteit van de openbare ruimte realiseren;
- ondernemers in de gelegenheid stellen om hun naam of waren aan te prijzen;
- meer inkomsten verwerven voor de gemeente;
- effectieve handhaving van al die reclame-uitingen die afbreuk doen aan de eerste drie doel
stellingen.
Uit de hier geschetste visie mag blijken dat in het gemeentelijk beleid dus niet het tegengaan
van reclame voorop moet staan, maar het bevorderen van de kwaliteit en de dosering. Voor
een stad die er aantrekkelijk uitziet en die uitnodigt om in te winkelen, te recreëren en te
wonen zou geen restrictief, maar een selectief reclamebeleid gevoerd moeten worden. In het
volgende hoofdstuk wordt dat uitgewerkt voor de vier pijlers van het Bredase reclamebeleid:
openbare ruimte, contracten en opbrengsten, regulering en handhaving en organisatie.
- 13 -