Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [7857] Dienst/afdeling: SAW/WOA Voorzieningen als gevolg van de groepsgrootteverkleining vallen onder hoofdprioriteit 1 (kwantitatieve voorzieningen). De nieuwe voorstellen bieden de mogelijkheid om binnen die prioriteit sub-prioriteiten vast te stellen. De middelen voor de groepsgrootteverkleining worden reeds in 2000 toegekend. Ook de scholen ontvangen vanaf dat jaar extra formatie. De onderwijshuisvesting kent echter een planningstermijn van 1,5 jaar: de nieuwe verordening maakt het mogelijk om reeds in het jaar 2000 voorzieningen t.g.v. de klassenverkleining te realiseren. Aanvragen voor het programma 2000 dienen te zijn ingediend vóór 1 december 1998. De onderhavige artikelen maken het mogelijk dat bij de vaststelling door de Raad van het huisvestingsprogramma 2000 (in november aanstaande) een bedrag wordt afgezonderd voor de groepsgrootteverkleining, terwijl over de besteding van dit bedrag op een later moment wordt besloten. Scholen hebben daardoor nog de gelegenheid om aanvragen in te dienen. Ruimtebehoefte in het primair onderwijs In het verleden konden scholen aanspraak maken op huisvestingsvoorzieningen, omdat er Onderwijs in Eigen Taal (aan allochtone leerlingen werd geboden. Dit onderwijs is inmiddels vervangen door het Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT). Het wordt gedeeltelijk aangeboden buiten de reguliere lestijd. Daarvoor is om die reden geen extra capaciteit nodig. Als OALT-formatie wordt ingezet ter ondersteuning van het reguliere onderwijs en hiervoor is, naar de mening van het onderwijsveld, extra huisvesting noodzakelijk, dan is hiervoor in het OALT-plan een jaarlijks budget beschikbaar. De aanvragen die hierop betrekking hebben vallen derhalve nu buiten de reikwijdte van deze Verordening. Trapiift Het beleid is erop gericht om zoveel mogelijk leerlingen in het reguliere onderwijs te houden. In toenemende mate geldt dit voor gehandicapte leerlingen. In de verordening is nu in overleg met het onderwijsveld, geregeld wanneer scholen in aanmerking komen voor toekenning van een trapiift. Beleidsontwikkelingen die (nog) niet tot bijstelling hebben geleid. In het voorstel van uw college aan de Raad d.d. november 1996 wordt, behalve over een mogelijk nieuw verwijzingsbeleid, gesproken over drie andere thema's waarover tussen gemeentebestuur en schoolbesturen overleg gevoerd zou worden: Het bouwheerschap bij tijdelijke voorzieningen: krachtens de wet is het schoolbestuur altijd bouwheer, tenzij in overleg met de gemeente anders wordt overeengekomen. In overleg met de Schoolraad is gebleken dat de schoolbesturen eraan hechten deze situatie te continueren. Om die reden wijkt het voorstel op dit punt niet af van de situatie zoals beschreven in de oude verordening. Ruimtebehoefte in relatie tot andersoortig medegebruik: het overleg hierover leidt niet tot wijziging van de Verordening. Het beschikbaar stellen van leegstand ten behoeve van andere functies kan aantrekkelijk zijn voor derden, bijvoor-beeld door langdurige huurovereenkomsten te sluiten (in plaats van de overeenkomsten die slechts een jaar golden). Daarbij wordt vanzelfsprekend zo'n overeenkomst slechts gesloten indien verwacht wordt dat de genoemde ruimte gedurende die periode niet voor onderwijsdoeleinden nodig zal zijn. Doordecentralisatie: in de afgelopen periode is gebleken dat binnen de schoolbesturen verschillend wordt gedacht over de vraag of een model van doordecentralisatie naar de schoolbesturen uitwerking verdient. Zowel volgens de schoolbesturen als volgens de gemeentelijke vertegenwoordigers in het overleg kleven daar nog zoveel mitsen en maren aan dat nog geen definitief standpunt advies kan worden ingenomen of gegeven. >w -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 953