Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [8820] Dienst/afdeling: RME/JZ Aantal bijlagen: - Betreft: Verordening rolluiken binnenstad Inleiding In maart 1997 heeft uw raad de subsidieverordening Kwaliteit Gebouwen Binnenstad vastgesteld, welke verordening door u thans is aangemerkt als een kadernotitie op grond van de algemene subsidieverordening*. In hoofdstuk 7 van deze verordening zijn bepalingen opgenomen ten aanzien van het verwijderen of vervangen van rolluiken. Het betreffende hoofdstuk is met ingang van 1 mei 1999 vervallen. Vervolgens is het onderhavige hoofdstuk in de vergadering van uw raad van 24 juni 1999 opnieuw vastgesteld met een werkingsduur tot 1 juli 2000. Volgens de planning zou na 1 mei 1999 een aanvang worden gemaakt met handhaving van het verbod op gesloten rolluiken. Gebleken is echter dat de verordening zelf niet voldoende aanknopingspunten biedt om te kunnen handhaven: het verbod op gesloten rolluiken wordt namelijk niet in de verordening zelf genoemd maar in de toelichting op de verordening. Dit verbod is gegoten in de vorm van een aantal welstandseisen waaraan men dient te voldoen. Voorstel Uw raad dient een verordening vast te stellen teneinde het handhavingstraject in werking te kunnen stellen. Bijgevoegd is een concept-verordening "Verordening rolluiken Breda 1999". Motivering/Toelichting Op basis hoofdstuk 7 van de kadernotitie Kwaliteit Gebouwen Binnenstad kan niet handhavend worden opgetreden tegen rolluiken die niet voldoen aan de geformuleerde welstandseisen. Er is namelijk geen verbod voor rolluiken opgenomen in de bepalingen van hoofdstuk 7 van de verordening maar in de toelichting daarop. Daardoor ontbreekt een juridische basis voor handhaving. In de nieuw vast te stellen verordening worden de welstandseisen specifiek opgenomen. Er is gekozen voor een algeheel verbod op rolluiken. Hierop bestaan twee uitzonderingen: 1. rolluiken die met een melding op grond van artikel 42 Woningwet zijn aangebracht. Deze rolluiken zijn in dat kader getoetst aan de geformuleerde welstandseisen; 2. rolluiken van voor 1 oktober 1992 (datum inwerkingtreding Woningwet) die voldoen aan de geformuleerde welstandseisen. Voor de volledigheid dient te worden opgemerkt dat het werkingsgebied van de verordening zich beperkt tot de binnenstad van Breda, zoals aangegeven op het als bijlage bij de verordening gevoegde kaartje. De verordening dient op 1 januari 2000 in werking te treden. De subsidieregeling op basis van de kadernotitie Kwaliteit Gebouwen Binnenstad geldt nog tot 1 juli 2000. Het verschil in deze data is gelegen in het feit dat de subsidie stimulerend kan werken teneinde rechthebbenden ertoe aan te zetten om zelf een rolluik te vervangen c.q. aan te passen. Consequenties Na vaststelling van de voorgestelde verordening kan daadwerkelijk worden opgetreden tegen rolluiken die niet voldoen aan de eisen, zoals in de verordening opgenomen. Dit optreden zal plaatsvinden door middel van toepassing van bestuursdwang danwel het opleggen van een dwangsom. Agendapuntnummer 197 -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 990