Huidige situatie.
Het huidige beleid.
Een van de doelstellingen van het huidige accommodatiebeleid kan als volgt worden
omschreven: 'Voor het uitvoeren van sociaal-culturele activiteiten zijn accommodaties nodig;
stedelijke accommodaties en/ of buurtaccommodaties, dan wel specifieke accommodaties
(bijvoorbeeld jongerenaccommodaties e.d.)'. Het gemeentelijk beleid richtte zich vele jaren
vooral op het in stand en op peil houden van een evenwichtig gespreid netwerk van
welzijnsaccommodaties in Breda. Het beheer en de exploitatie zijn destijds op afstand geplaatst.
Een andere doelstelling is het bevorderen van het beschikbaar komen van ruimten voor sociaal-
culturele activiteiten, voor zover deze niet in bestaande buurt- en gemeenschapshuizen konden
worden ondergebracht. Dit is in Breda een belangrijk beleidsuitgangspunt geweest. Alle wijken
en buurten beschikken om die reden dan ook over een buurt- of gemeenschapshuis.
In de nota 'Plussen en minnen' van 1987 heeft de gemeenteraad reeds richtinggevende
normeringen vastgelegd op basis waarvan een netwerk van zo'n 35 multifunctionele
welzijnsaccommodaties tot stand is gebracht.
Voorts heeft een diversiteit aan initiatieven uit de samenleving zijn neerslag gekregen in een
private beheersvorm en financiële grondslagen voor de welzijnsaccommodaties. De
beheersorganisaties moesten, al dan niet met behulp van gemeentelijke subsidie, zelf zorgen
voor een sluitende exploitatie. De gemeente Breda verstrekte geen exploitatiesubsidies; dit was
wel het geval bij de voormalige zelfstandige, sinds 1997 tot de gemeente Breda behorende,
gemeenten Teteringen en Nieuw-Ginneken.
Financieel komt de huidige gemeentelijke betrokkenheid in de welzijnsaccommodaties tot
uitdrukking door het doen van investeringen ten behoeve van functionele aanpassingen en het
wegnemen van achterstallig onderhoud e.d., door directe subsidie aan de beherende instelling
(in de exploitatie, huur, onderhoud of de kapitaalslasten), of door indirecte subsidie door
huisvestingskosten (huur) aan gebruikers te vergoeden. Per accommodatie is er in de loop der
jaren, meestal op basis van specifieke situaties, een vorm van 'ultiem maatwerk' ontstaan
waardoor er van een 'uniforme situatie en behandeling' geen sprake is.
In de raadsvergadering van 23 juli 1998 is de nota 'Naar een nieuw accommodatiebeleid
voor de sociaal-culturele accommodaties in de gemeente Breda' vastgesteld. Op basis van
deze nota heeft de gemeenteraad van Breda besloten om vooralsnog niet over te gaan tot een
ingrijpende structuurwijziging. Wel heeft de raad op basis van genoemde nota nog eens de
navolgende doelstellingen bekrachtigd:
De accommodaties zijn er ten behoeve van het welzijnswerk in de buurt.
De sociaal-culturele activiteiten dienen zoveel mogelijk binnen het eigen district te
worden gehuisvest.
De positie van het beheer- en schoonmaakpersoneel moet voor alle betrokkenen helder
zijn.
De subsidiesystematiek dient zodanig te zijn dat alle stichtingsbesturen op de eerste
plaats een accommodatie ter beschikking krijgen en dat op basis van een goed
exploitatieplan eventueel aanvullende subsidie kan worden verstrekt.
De activiteitensubsidie wordt verstrekt aan degenen die de activiteiten uitvoeren.
Vraaggestuurd werken geldt hierbij als uitgangspunt.
De gemeente bevordert dat iedere accommodatie een eigen bestuur heeft waarin
gebruikers en bewonersorganisaties zijn vertegenwoordigd.
De gemeente kan interveniëren bij majeure problemen.
De vaststelling van deze nota was de reden voor het college van B&W om op 4 januari 2000 het
startsein te geven voor het nader uitwerken van het gemeentelijk accommodatiebeleid.
Een projectteam binnen de dienst SAW kreeg als opdracht mee daarvoor de aanzet te geven.
Mede op basis van bovengenoemde doelstellingen is het functioneren van de huidige
welzijnsaccommodaties nog eens tegen het licht gehouden.
versie 21-08-00
7