6. Het aanvullend gebruik van schoolgebouwen, ouderensteunpunten e.d. met betrekking tot het huisvesten van buitenschoolse respectievelijk niet-doelgroepgebonden activiteiten is in de afgelopen jaren toegenomen. De verwachting is dat de huidige ontwikkelingen rond de Brede School deze tendens zullen versterken. 7. De huisvesting van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven is zeer divers terwijl ook de (financiële) voorwaarden waartegen zij door besturen van welzijnsaccommodaties ter beschikking worden gesteld sterk uiteen lopen. Zij zijn gevestigd in multifunctionele welzijnsaccommodaties, schoolgebouwen of anderszins. Medegebruik van die ruimten komt in de huidige opzet nauwelijks voor. Als gevolg hiervan is de bezettingsgraad in de ochtenduren goed, 's middags redelijk en 's avonds slecht. 8. De meest gangbare beheersvorm van de onderzochte gemeenschapsaccommodaties is de stichtingsvorm, die wordt beheerst door de regels van het privaatrecht. Er is daarbij als uitgangspunt altijd sprake van een uit vrijwilligers bestaande bestuur. Het feitelijke beheer (openen, sluiten en toezicht houden) en schoonmaak gebeurt in de meeste gevallen door professionals die door het bestuur worden 'ingehuurd'. Dit gebeurt onder meer vanuit Vertizontaal (bij een groot aantal accommodaties) en in een enkel geval de gemeente.Daarnaast wordt de administratie van een aantal accommodaties verzorgd door het administratiekantoor van Vertizontaal. Hierdoor is Vertizontaal bij een aantal accommodaties in meerdere (vooral voormalige buurthuizen) of mindere mate betrokken bij het samenstellen, invullen en verzorgen en ondersteunen van het programma-aanbod. Een aanzienlijk deel van de stichtingen slaagt er, ondanks alle inspanningen, niet meer in een adequaat functionerend stichtingsbestuur (overeenkomstig de statuten) samen te stellen. Als belangrijkste oorzaken hiervoor worden genoemd: de toenemende complexiteit van 'het besturen', verzwaring van de regelgeving op het terrein van milieu en horeca, de complexiteit rond het toepassen van een goed personeelsbeleid (inclusief de correcte toepassing van arbeidsvoorden), de complexiteit van een goed financieel beleid en beheer, fiscale aspecten, mogelijke persoonlijke risico's (aansprakelijkheid van bestuursleden), de gewijzige interesse voor vrijwilligerswerk (meer projectmatig en kortdurend) en een afnemende belangstelling in zijn algemeenheid voor complexe opdrachten. 9. De exploitatieresultaten van een aantal welzijnsaccommodaties, vooral accommodaties die (vrijwel) geen subsidie ontvangen voor bijvoorbeeld beheer en schoonmaak, vooral de voormalige gemeenschapshuizen, zijn, zeker op de langere termijn, verontrustend. Geconstateerd is dat een aantal gebruikersgroepen en verenigingen van oudsher bepaalde voorrechten opgebouwd heeft (zoals kortingen en andere faciliteiten), wat nadelig is voor een gunstige exploitatie. Ook worden activiteiten die door het accommodatiebestuur zelfstandig, dan wel in samenwerking met andere organisaties, worden georganiseerd vaak direct dan wel indirect door de accommodatiebesturen gesubsidieerd. Daarnaast zijn er soms zeer uiteenlopende uitgangspunten bij het bepalen van de tarieven: zijn bij de ene accommodatie de huurprijzen 'inkomensafhankelijk' (hoe meer inkomsten uit verhuur, des te lager de tarieven), bij andere accommodaties worden gunstige exploitatieresultaten in reserves en voorzieningen gestoken. Ook omdat er met betrekking tot de subsidiëring van de accommodaties geen sprake is van 'gelijke monniken gelijke kappen' ontstaan er zeer uiteenlopende situaties. 10. Met betrekking tot de accommodatiesubsidies zijn verschillende subsidievormen aangetroffen. Bij vrijwel alle subsidies is er sprake van een inputsubsidiëring: er wordt meestal subsidie verstrekt zonder concrete afspraken over de te verrichten prestaties of over andere eisen ten aanzien administratievoering, openstelling, tarieven e.d. Daarmee wordt geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de subsidie te gebruiken als sturingsinstrument voor de door de gemeente gewenste ontwikkelingen. versie 21-08-00 9

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 1004