Kamerbehandeling. Kamerbehandeling zal naar verwachting in de loop van 2001 plaatsvinden. In hoofdstuk 7 van deze notitie wordt kort gerefereerd aan de mogelijke nieuwe ontwikkelingen, waarbij met name de vraaggestuurde financiering van belang is. Inmiddels is besloten om, door middel van een projectmatige aanpak, gedurende de komende drie jaar, het kinderopvangbeleid tegen het licht te houden en in die periode tevens de gewenste uitbreiding te realiseren. Het beleidsterrein wordt daartoe opgeknipt in verschillende programma's Visie en beleid: leidend tot een visie op korte termijn (tot 2003) en op langere termijn (tot 2010): Deze hoofdlijnennotitie behelst de visie op korte termijn en biedt een doorkijk naar de visie op langere termijn Uitbreiding capaciteit de uitbreiding voor 2003 met het noodzakelijk geachte aantal kindplaatsen. Inmiddels is een Masterplan uitbreiding verschenen dat inzicht geeft in de te ondernemen acties. Contractrelatie met aanbieders het vormgeven van de relatie tussen vrager en aanbieder zodat vooraf afspraken worden vastgelegd over het aantal kindplaatsen dat door de gemeente wordt ingekocht, de prijs die hiervoor geldt, de wijze van betaling en verantwoording. Doelgroepenbeleid duidelijkheid creëren over de gewenste rol van de KOV bij integratiebeleid en onderwijskansenbeleid Dat houdt o.a. in dat een programmatische (en waar mogelijk fysieke) aansluiting dient te worden gerealiseerd tussen KOV en BaO. Inmiddels is een project 'Sluitende aanpak 0-6 jarigen' gestart dat op korte termijn duidelijkheid moet bieden over de gewenste maatregelen en de financieringsmogelijkheden. Beleidsinformatiesysteem verzamelen van beleidsinformatie en het meten van beleidsresultaten Interne organisatie inbedden van de gemeentelijke rol in de reguliere organisatie, na afloop van het project en het transparant maken van de gemeentelijke organisatie voor de aanbieders van KOV. !n deze notitie worden beleidskeuzes voorgesteld (of aangekondigd) die de basis vormen voor de verdere beleidsvernieuwing. Met betrekking tot de opbouw kan het volgende worden gesteld: a. In deze notitie wordt onderscheid gemaakt tussen PSZ en andere vormen van KOV (overigens met het doel dit onderscheid op termijn te laten vervagen). Bovendien wordt een keuze gemaakt voor het gewenste kwantitatieve niveau van uitbreiding. Vervolgens wordt een verwachte verhouding tussen BSO en KDV aangegeven op basis waarvan de te realiseren kindplaatsen worden berekend. b. In het tweede deel wordt de relatie tussen beleid en uitvoering nader vormgegeven. Dat betekent dat de rol van de gemeente gedurende de uitbreidingsperiode en daarna wordt aangegeven. Maar ook worden keuzes aangegeven met betrekking tot de vorm waarin de relatie tussen gemeente en aanbieders gestalte krijgt, alsmede de keuze van de aanbieders. c. In het laatste deel wordt richting gegeven aan aspecten die voor de implementatie van belang zijn: de relatie met achterstandenbeleid, optimale spreiding, prijs, definitie kindplaats etc. Het communicatietraject is op pagina 3 van deze notitie nader toegelicht. Hoofdlijnennotitie Kinderopvang 2000 - 2003 Gemeente Breda

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 1022