5. Beleidskeuzes
8
5.1 Centrale doelstelling
De mogelijkheden voor kinderopvang in Breda dienen te zijn afgestemd op de behoefte. Daarbij
zal gestreefd worden naar een goede spreiding over de stad.
Op de langere termijn worden kinderen opgevangen in kindercentra, die een kleiner
voedingsgebied hebben dan het district. In deze kindercentra zijn alle vormen van KOV (dus
KDV, BSO en PSZ) aanwezig. Bovendien werken deze centra samen met het primair onderwijs.
De samenwerking tussen KDV, BSO en PSZ dient op kortere termijn al tot stand worden
gebracht.
Vóór 2003 zal het aantal kindplaatsen worden uitgebreid met 708. Gedurende die periode zal de
gemeente de visie op Kinderopvang voor de periode 2003- 2010 ontwikkelen; het
doelgroepenbeleid nader formuleren; de contractrelatie tussen gemeente en aanbieder
uitwerken en een beleidsinformatiesysteem Kinderopvang tot stand brengen. Bovendien dient
de gemeentelijke organisatie te worden afgestemd op de nieuwe rol.
Omdat ook na 2002 de vraag naar KOV zal toenemen, dienen voor die tijd de voorwaarden te
worden gecreëerd die deze uitbreiding mogelijk maken; hierbij moet gedacht worden aan de
mogelijkheden op het terrein van de ruimtelijke ordening (bestemmingsplannen) en de relatie
met woningbouw. Als hierdoor de uitbreidingsmogelijkheden worden vergroot, stelt dit de
gemeente in staat om zich na 2002 te richten op de kwaliteitscontrole en het inkopen van
kindplaatsen. Dat kan ze in principe bij alle aanbieders doen. Waar nu nog een
'vanzelfsprekende' relatie is met enkele subsidierelaties, zal dan op basis van offertes worden
gegund.
5.2 Kindercentra
Zowel om economische redenen als vanwege doelstellingen op het terrein van bijvoorbeeld
onderwijskansenbeleid en integratiebeleid is voldoende KOV van belang. Bij de verschillende
vormen liggen op dit moment de accenten anders:
PSZ zijn voorzieningen om kinderen de mogelijkheid te bieden samen te spelen en vaardigheden
te verwerven, vooruitlopend op deelname aan het basisonderwijs. Zij kunnen met name een
instrument zijn voor onderwijskansen en integratiebeleid. KDV, GOB en BSO spelen daarnaast
een rol bij het economisch beleid (en in afgeleide vorm emancipatiebeleid). Anders
geformuleerd: doelstellingen op het terrein van KDV, GOB en BSO worden beschreven in termen
van ouders en kinderen; bij PSZ staat het kind en zijn ontwikkeling centraal.
In de toekomst worden kinderen opgevangen in kindercentra waar alle vormen van
kinderopvang worden aangeboden. Afhankelijk van de wensen van de ouders, geschiedt die
opvang voor een bepaald aantal uren (maatwerk). In alle gevallen (dus ook BSO en KDV) wordt
samenwerking met het basisonderwijs en een programmatische aanpak ter voorkoming van
achterstanden nagestreefd. Een kindercentrum zou een voedingsgebied kunnen hebben dat
ongeveer dat van drie basisscholen bestrijkt. Daarmee wordt het voor alle ouders bereikbaar.
Op termijn zal, door de integratie van diverse vormen van opvang, het onderscheid tussen
peuterspeelzalen en kinderdagopvang vervagen. Bovendien zal koppeling tussen het
onderwijskansenbeleid, de ontwikkeling van de Brede School en het kinderopvangbeleid
nagestreefd worden in het belang van een sluitende aanpak.
Hoewel de Brede schoolgedachte niet is gericht op een standaardconcept, ligt een
samenwerking en zelfs mogelijke integratie van Kinderopvang en basisonderwijs voorde hand.
In de, in mei van dit jaar vastgestelde, kadernotitie 'naar de Brede School in Breda, worden
voorschoolse opvang, kinderopvang, peuteropvang en buitenschoolse opvang met name
genoemd als component binnen de Bredase Brede School.
Het model 'kindercentrum' zal nader worden uitgewerkt in de al aangekondigde Visie
Kinderopvang 2003-2010. Er zal dan tevens onderzocht moeten worden in hoeverre het model
haalbaar is binnen een aantal van de huidige accommodaties. Maar indien zich voor die periode
reeds mogelijkheden aandienen om de fysieke of inhoudelijke integratie van PSZ, KDV en
basisonderwijs te realiseren, zullen wij dit stimuleren.
Hoofdlijnennotitie Kinderopvang 2000 - 2003
Gemeente Breda