bewaken en een overkoepelend overzicht te behouden, komt er een vorm van landelijk 'toezicht op toezicht. 7.3 De gevolgen van de wet voor het gemeentelijk beleid Hoewel de totstandkoming van de gemeentelijke hoofdlijnennotitie en de kaders voorde WBK via gescheiden trajecten tot stand zijn gekomen, mogen we stellen dat de WBK en deze hoofdlijnennotitie op elkaar aansluiten: KOV als basisvoorziening, de versterking van het doelgroepenbeleid, het ombouwen van de huidige subsidierelatie naar een inkooprelatie, de aansluiting met het lokaal onderwijs-, jeugd en economisch beleid zijn alle gemeenschappelijke kenmerken. Wel wordt een andere financieringssystematiek aangekondigd, waarbij ouders een inkomensafhankelijke bijdrage betalen. Via fiscale maatregelen wordt hierin voorzien. Dit betekent dat de gemeente onder de WBK geen rol meer heeft bij de inkoop of financiering van kindplaatsen. Een uitzondering wordt gemaakt voorde zogenaamde doelgroepplaatsen. Deze zullen in de WBK met name worden genoemd: uitkeringsgerechtigden, herintreders en sociaal-medisch geïndiceerden. Voor de financiering hiervan ontvangt de gemeente een rijksbijdrage. De gemeente Breda hanteert op dit moment nog het systeem dat een ouderbijdrage wordt gevraagd conform de VNG-tabel. In deze notitie wordt voorgesteld deze tabel op te rekken tot maximaal 100% van de kosten. Hoewel op termijn een andere financieringswijze te verwachten is, zullen wij voorde tussenliggende periode het voornemen uitvoeren. Datzelfde geldt voorde aanscherping van de tweede -kindregeling (zie pagina 15). Op dit moment is immers nog geen sprake van een wetsvoorstel. Bovendien kan een mogelijke landelijke financieringswijze worden opgenomen in de aangekondigde Visienota Kinderopvang 2003-2010. m 20 Hoofdlijnennotitie Kinderopvang 2000 - 2003 Gemeente Breda

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 1035