8. Overige aspecten
21
8.1 Prijs en kwaliteit
De prijs van de kinderopvang wordt bepaald door een aantal factoren zoals de vaste kosten voor
huisvesting en onderhoud, de kind-leidsterratio en de groepsgrootte, bezettingsgraad, aantal
uren opvang, verhouding directe kosten overhead, de mogelijkheid om maatwerk te leveren.
De kosten van een plaats binnen de gastouderopvang zijn momenteel niet binnen het
tijdsbestek van deze notitie inzichtelijk te maken. Uitgaande van de huidige subsidie middelen
kost een kindplaats in de gastouderopvang tussen de f.1.800 en f.3.750,- aan subsidie. Hoe deze
kosten zijn opgebouwd en in hoeverre de gemeente dit een reële prijs acht moet nog worden
uitgewerkt. Wel kunnen we stellen dat we gastouderopvang een geschikte vorm van
kinderopvang vinden, die waar mogelijk moet worden uitgebreid. Zoals eerder gesteld zullen
we met de drie gastouderbureaus in overleg treden over de wijze waarop de gemeente hieraan
kan bijdragen.
De prijs van een kindplaats in een kinderdagverblijf is nog niet definitief vastgesteld. Het
ministerie gaat uit van een berekeningsgrondslag van f. 19.515 (Alleenstaande ouder regeling
prijspeil 1999). De berekeningsgrondslag dient te worden onderscheiden van de werkelijke prijs.
De COKB rekent f. 21.900,- voor een kindplaats in een kinderdagverblijf. Die prijs dient te
worden betaald per bezette opvangplaats. De berekeningsgrondslag is het bedrag per plaats,
ongeacht de bezetting. De richtlijnen van het ministerie dienen als uitgangspunt voor de
prijsonderhandelingen.
KDVplaatsen die door de gemeente worden ingekocht bieden opvang gedurende 48 weken per
jaar. In de praktijk blijkt dit ook voldoende te zijn.
Ook voor de prijs van een BSO-plaats worden zeer uiteenlopende bedragen genoemd, die voor
een belangrijk deel te verklaren zijn vanuit het aantal uren opvang dat geboden wordt. Het
ministerie spreekt van een BSO-plaats zodra er sprake is van 1050 uur opvang en rekent hiervoor
f.9.580,-. De COKB biedt 1880 uur kinderopvang en brengt hiervoor f. 14.600,- in rekening. Het
ministerie van VWS heeft overigens aangekondigd dat een verruiming van de omrekeningsfactor
wordt ingevoerd, waarmee plaatsen die dermate ruime openingstijden betreffen, als 1,2 plaats
kunnen meetellen voor het berekenen van de gerealiseerde uitbreidng.
Ook hier wenst de gemeente subsidieplaatsen in te kopen gedurende 48 weken per jaar. Wij
zullen trachten te bevorderen dat per wijk/buurt deze dagen overeenstemmen, omdat binnen
die wijk of buurt ouders dikwijls gebruik maken van dezelfde BSO-voorziening.
Daarbij wordt opvang voor en na schooltijd geboden. Tussen de middag blijft de opvang een
verantwoordelijkheid van de ouders (en de scholen die ouders de gelegenheid moeten bieden
deze opvang adequaat te regelen). Ook voor de BSO-prijs gaat de gemeente uit van de
bandbreedte aan opvanguren die het ministerie in de regeling uitbreiding kinderopvang biedt.
Voor alle genoemde werkvormen is het van belang dat ouders een KOV-plaats "op maat"
kunnen kopen. Een minimum aantal af te nemen dagdelen per week en een minimum aantal
uren gastouderopvang per week kan in dit kader worden vastgesteld doch in geval van
onderbezetting in kindercentra moet de beschikbare capaciteit kunnen worden ingezet voor
ouders die minder dagdelen wensen af te nemen.
Als uitgangspunt geldt dat de uitbreiding budgettair-neutraal plaatsvindt. Dat betekent dat de
inkoop van plaatsen volledig wordt bekostigd uit de Rijksbijdrage en dat de eventuele
(ver)bouw van kindercentra door de gemeente ook budgettair neutraal (kostendekkend) zal
plaatsvinden.
8.2 Integraiiteit
Een goede voorziening voor KOV draagt bij aan de leefbaarheid van wijken en buurten. Door
een integrale aanpak wil de gemeenten op diverse plaatsen (bijv. Geeren, Heuvelkwartier,
Kesteren) problemen in achterstandsbuurten oplossen of voorkomen.
Hoofdlijnennotitie Kinderopvang 2000 - 2003
Gemeente Breda