Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 13250] Dienst/afdeling: JZ Bezwaren: Groen Compleet heeft grote bezwaren tegen de woningbouw die geprojecteerd is op het perceel waarop zij als huurster haar bedrijf uitoefent. Groen Compleet BV wenst haar bedrijfsvoering op de huidige locatie voort te zetten. Het bedrijf meent dan ook ten gevolge van het besluit tot vaststelling van het structuurplan onevenredig in haar belangen te zijn aangetast. In ieder geval acht Groen Compleet BV het volstrekt reëel dat men in het te ondervinden nadeel gecompenseerd wordt, hetzij financieel hetzij door een volwaardig vergelijkbare alternatieve locatie. Op grond van artikel 3:4, lid 2 Algemene wet bestuursrecht acht Groen Compleet BV de gemeente hiertoe gehouden. Het bezwaar heeft vooral betrekking op beslissing 1 (par.4.3.2.). Reactie gemeente: Op het perceel, dat Groen Compleet BV huurt en haar bedrijf uitoefent is inderdaad in het structuurplan woningbouw met bijbehorende voorzieningen gepland. De daartoe benodigde gronden zullen op minnelijke wijze verworven worden of, indien noodzakelijk, middels onteigening op basis van de Onteigeningswet. Het spreekt voor zich, dat de gemeente zich daarbij zal richten tot de eigenaar. Huurders kunnen onder voorwaarden in het kader van de Onteigeningswet eveneens aanspraak maken op een schadeloosstelling. Zonder thans een uitspraak te willen doen of Groen Compleet BV als huurder aangemerkt kan worden als belanghebbende in de zin van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, biedt dit wetsartikel de mogelijkheid om een planschadeclaim in te dienen bij de gemeenteraad. Een dergelijke planschadeclaim kan echter pas afgehandeld worden op het moment, dat de planologisch-juridische maatregel die gezien kan worden als schadeveroorzakend element onherroepelijk is geworden. Een structuurplan wordt overigens niet genoemd in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening als schadeveroorzakend element. Verzoekers zullen dus moeten wachten tot het schadeveroorzakende vrijstellingsbesluit of - bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, voordat de planschadeclaim ingediend kan worden bij de gemeenteraad. Het bezwaarschrift is ongegrond. Oordeel commissie: In hetgeen belanghebbende naar voren brengt kan geen aanleiding worden gezien het structuurplan niet of in gewijzigde vorm vast te stellen. De commissie oordeelt het bezwaarschrift ongegrond. 3. Ir. AJ. Struijk Bezwaren: De bezwaren van de heer Struijk luiden samengevat: a. De Groene Hoofd Structuur tussen Oosterhout en Teteringen is een belangrijke ecologische verbinding, die geweld aangedaan wordt door de geplande golfbaan in dit gebied en de aanwezige dan wel nog te realiseren bebouwing. Van behoud en versterking is dus geen sprake beslissing 14); b. Het open zicht op de polder Lage Vucht wordt verstoord door geplande "landgoedachtige bebouwing" ook wel wooncomplexen genoemd beslissing 15); c. Van de geledingszone tussen Breda Noordoost/ Teteringen blijft door bebouwing aan weerskanten niet veel over. Ook niet na wat gepleegde aanpassingen ten opzichte van de structuurvisie/structuurschets (beslissing 11); d. Als dorp tussen de groeisteden Breda en Oosterhout is de ligging van Teteringen ongeschikt voor de grootschalige uitbreiding (beslissing 3). Een en ander noopt tot het nemen van rigoureuze verkeersmaatregelen, terwijl ook de druk door vergroting van de bevolking op de nabijgelegen polder (natuurkerngebied), bebossing en woeste gronden zal toenemen. Zijn de ecologische gevolgen wel onderzocht? -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 1072