Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 13250]
Dienst/afdeling: JZ
of onvoldoende weerlegd zijn en waarom de vereniging van mening is dat de bezwaren niet of
onvoldoende weerlegd zijn. Het bezwaarschrift is dus niet gemotiveerd en uit dat oogpunt niet-
ontvankelijk.
Het bezwaarschrift is niet-ontvankelijk.
Oordeel Commissie:
Mét de gemeente is de commissie van oordeel dat het bezwaarschrift onvoldoende duidelijk
maakt met welke onderdelen van de weerlegging van haar zienswijze de vereniging het niet
eens is. Voorzover bezwaarde bedoelt de volle inhoud van haar zienswijze thans tot bezwaar te
doen strekken verwijst de commissie naar het raadsbesluit waarbij het structuurplan is
vastgesteld en de eerder tussen de gemeente en bezwaarmaakster gevoerde correspondentie.
De commissie oordeelt het bezwaarschrift ongegrond.
11. Comité "Teteringen verstikt".
Bezwaren:
Het comité maakt bezwaar tegen met name de beleidsbeslissingen 2. en 3. en licht deze toe aan
de hand van drie punten:
1. er ontbreekt een oplossing voor het verkeer;
2. een eerder gedane belofte is door de gemeenteraad gebroken;
3. bevoegdheden van de raad zijn niet zorgvuldig gebruikt.
Reactie gemeente:
De gemeente is van mening, dat er geen sprake is van misleiding van gemeenteraad of wie dan
ook. Men had wellicht reeds op 6 november 1997 moeten onderkennen, dat onmiddellijk
gekozen had moeten worden voor een structuurplan in plaats van een structuurschets. Niemand
is echter in de belangen geschaad, nu uiteindelijk gekozen is voor het opstellen van een
structuurplan, volgens de procedure die daarvoor is vastgelegd in artikel 8 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening juncto afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht. De gemeenteraad
kan uiteindelijk het structuurplan ingevolge artikel 7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
vaststellen. Voor zover een of meer onderdelen van het structuurplan zijn aan te merken als een
besluit in de zin van de Algemene Wet Bestuursrechtde zogenaamde essentiële beslissingen, is
zelfs beroep mogelijk bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, nadat eerst
bezwaar is ingediend bij de gemeenteraad. Gelet hierop is de gemeente van mening, dat
gekozen is voor de procedure die met de meeste waarborgen omkleed is.
Er zijn voldoende mogelijke oplossingsrichtingen aangegeven om het doorgaande verkeer te
weren. De gemeente is er van doordrongen dat deze maatregelen ook moeten worden
uitgevoerd om de verkeersafwikkeling en de noodzakelijke veiligheid te kunnen garanderen.
Gezien het noodzakelijke brede overleg en procedures die daarbij moeten worden gevoerd
(Gemeente, Provincie en Rijk) is het niet reëel te eisen dat gewacht moet worden met de
vaststelling van het structuurplan, totdat de noodzakelijke verkeersmaatregelen in detail bekend
zijn. Ook de bouwfasering is zodanig dat er in tijd voldoende ruimte is om de maatregelen "en
detail" en in overleg verder uit te werken. Gemeente zal niet nalaten de noodzakelijke
maatregelen tijdig uit te voeren en bekend te maken.
Er is geen sprake van misleiding van raad en bevolking van Teteringen. Dat op 21 maart 1999
het voorkeursrecht afloopt is een feit dat uit de wet voortvloeit. De afspraken met de
gemeenteraad zijn in haar visie niet geschonden. In het ontwerpstructuurplan wordt weliswaar
geen kant en klare oplossing voor de verkeersproblematiek aangedragen, maar er worden wel
oplossingsrichtingen aangegeven. Een structuurplan is immers een ontwikkelingsplan, waarin de
toekomstige ontwikkeling van (een deel) van de gemeente wordt aangegeven. Het beleid wordt
later geconcretiseerd en gedetailleerd in een bestemmingsplan en uitwerkingsplan waarover
t.z.t. overleg en inspraak plaatsvindt.
-13-