werkzaam zijn.
zittingsduur 1,
herbenoembaar-2
heid
tussentijdse 3
benoeming
Ten aanzien van het lidmaatschap van de com
missie zijn de artikelen 10 en 11 van de
Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 8
De zittingsduur van de benoemde leden van de
commissie is vier jaar, ingaande op de eer
ste dag van het kalenderjaar dat volgt op
het jaar waarin een nieuwe zittingsperiode
van de raad is aangevangen.
De benoemde leden van de commissie zijn
tweemaal terstond hernoembaar.
Een lid, benoemd ter vervulling van een tus
sentijdse vacature in de commissie, heeft
zitting voor het restant van de op het mo
ment van benoeming lopende zittingsduur.
Artikel 9
tussentijds 1
ontslag
terugroep- 2
recht
verboden
handelingen
Een benoemd lid van de commissie kan te al
len tijde schriftelijk ontslag nemen, welk
ontslag ingaat op de datum die het lid noemt
in zijn schriftelijke ontslagneming.
De vijf leden die door de benoemingsadvies-
adviescommissie zijn voorgedragen kunnen
tussentijds door de raad worden ontslagen, als
de commissie na overleg met het college een
met redenen omkleed verzoek daartoe doet. Bij
een besluit daartoe heeft betrokkene geen
stemrecht. De Medezeggenschapsraden van de
scholen kunnen door tussenkomst van de
bestuurscommissie een dergelijk verzoek doen.
Het college van burgemeester en wethouders kan
voor de twee leden die zij heeft voorgedragen
tussentijds een verzoek indienen om een ander
te benoemen, nadat hieromtrent overleg is
geweest met de bestuurscommissie.
Artikel 15 van de Gemeentewet is van over
eenkomstige toepassing. Een benoemd lid van de
commissie dat handelt in strijd met artikel 15
van de Gemeentewet kan door de raad van zijn
lidmaatschap vervallen worden verklaard.
Het lidmaatschap van de commissie eindigt
indien een lid niet langer meer voldoet aan de
eisen, genoemd in overeenkomstige toepassing
zijnde artikel 10 van de Gemeentewet.
Tijdens het bestaan van vacatures behoudt de
commissie haar bevoegdheden.
>w