Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 11712] Dienst/afdeling: wlz onderwijs). Tegelijkertijd met het vaststellen van het dan beschikbare saldo dient tot afrekening met deze Stichting te worden overgegaan. De openbare school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs de Rotonde is per 1 augustus 1998 van de werking van de Interim-wet Speciaal Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs overgebracht naar deel II van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. In artikel 253, 6e lid, van deze wet wordt gesteld, dat de gemeenteraad iedere vijfjaren de inkomsten en uitgaven vaststelt van een dergelijke school. De bedoeling van de wetgever is aaneensluitende periodes te blijven kennen. Dit alleen al vanuit de verantwoordingsplicht naar het bijzonder onderwijs. De Wet op het Voortgezet Onderwijs geeft niet expliciet aan wanneer de eerste vijfjaarlijkse periode begint. Echter gezien de eerdergenoemde verantwoordingsplicht, waarbij geen jaren tussen periodes weg kunnen vallen en het feit, dat aan de bekostigingssystematiek op zich niets is gewijzigd, wordt er in ons voorstel vanuit gegaan, dat de nu vast te stellen periode is de periode 1993 tot en met 1997 (zijnde de periode volgend op laatst vastgesteld periode 1988 tot en met 1992). Dat eerst nu tot vaststelling wordt overgegaan, wordt mede veroorzaakt door het feit, dat door het overbrengen van de financiële administratie buiten de gemeente, de administratie niet meer zodanig was ingericht, dat op eenvoudige wijze een volledig inzicht in de vereiste financiële gegevens kon worden verkregen. Dit inzicht is eerst sinds een tweetal maanden duidelijk. Dezelfde problematiek geldt in min of meerdere mate voor de oorspronkelijke scholen voor voortgezet onderwijs, het Stedelijk Gymnasium en de Scholengemeenschap Graaf Engelbrecht, nu Prisma College, locatie Graaf Engelbrecht. 1. Financiële conclusies. A. Openbare basisscholen gemeente Breda. Gegeven het feit, dat de exploitatie van de voormalige Bredase scholen over het tijdvak 1991 tot en met 1995 een onderschrijding kent van 18.849,-- kan vaststelling van een overschrijdingsbedrag achterwege blijven. In 1996 kent de exploitatie van de Bredase scholen een onderschrijding van 114.938,-, zodat ook hiervoor het vaststellen van een overschrijdingsbedrag overbodig is. B. Openbare basisschool voormalige gemeente Prinsenbeek. Met betrekking tot de Apollo-school in Prinsenbeek kan worden gesteld, dat de school in principe al geruime tijd een overschrijding van de inkomsten kende, ook over de periode 1985 tot en met 1990. Er heeft in de vervolgjaren geen ombuiging in het beleid plaatsgevonden, zodat ook niet uit reserves geput kan worden. Er dient dan ook onverkort aan het bijzonder onderwijs doorbetaald te worden. De berekening van het doorbetalingsbedrag wordt op een afzonderlijke bijlage vermeld. Bijkomende reden om door te betalen is het feit, dat binnen de gemeente Prinsenbeek geen reserves voor personele kosten zijn gevormd, waaruit de juist op de personele kosten ontstane overschrijding zou kunnen worden bestreden. Het aan het bijzonder onderwijs door te betalen bedrag is berekend op 57.071,- over de periode 1991 tot en met 1995 en 2.352,- over 1996. C. Openbare basisscholen voormalige gemeente Nieuw Ginneken. Voor wat betreft de scholen in de voormalige gemeente Nieuw Ginneken kan de overschrijding van 13.909,- worden onttrokken aan de per 31 december 1995 opgebouwde reserves. Een en ander is verwerkt in het door de raad vast te stellen overzicht van inkomsten en uitgaven, waarbij deze onttrekkingen bij de inkomsten zijn verantwoord. Daardoor leidt de overschrijding over de periode 1991 tot en met 1995 die mede toe te rekenen is aan een te ruime storting in de reserves, niet tot doorbetaling. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 1250