Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 14300] Dienst/afdeling: FPAW Het is de installatieadviseur Schreuder niet mogelijk gebleken om de taakstellende bezuinigingen m.b.t. de kostenpost installaties te realiseren. Wel kan door planwijzigingen op andere onderdelen een groot gedeelte van de taakstellende bezuinigingen worden gecompenseerd. De verbreding van de zóne van de kantoortuin en de verkorting van de lengte van het gebouw geeft per saldo een vermindering van 225 m2 BVO, het netto verhuurbaar kantooroppervlak is echter onveranderd gebleven door een gunstigere bruto-netto verhouding. Het geheel ondergronds situeren van de fietsenkelder vergt een aanzienlijke investering. De fietsenkelder geheel of gedeeltelijk bovengronds bouwen geeft een substantiële besparing. Binnen de stedenbouwkundig opzet zal hier een taak en een uitdaging liggen voor de vormgeving. Met de gewijzigde programma-onderdelen wordt het mogelijk de stichtingskostenontwikkeling t.o.v. het VO te beperken tot fl. 700.000,- extra. Duurzaam bouwen en energiebeheer. Het traject warmte- en koudeopslag in de bodem is verder onderzocht. De uitgangspunten voor het onderzoek zijn: 1Gebruik maken van koude- en warmtebronnen in de bodem op deze lokatie. 2. Investering en kostenverdeling wanneer er gebruik wordt gemaakt van dit systeem door: a. Stadskantoor 1 en Stadskantoor 1A b. Stadskantoor 1, Stadskantoor 1A en het Chassétheater. c. Stadskantoor 1, Stadskantoor 1A, het Chassétheater en het Casino. d. Stadskantoor 1, Stadskantoor 1A, het Chassétheater, Casino en het Hotel. Ad 1. Er is overleg geweest met de provincie Noord-Brabant. Uitgangspunt voor de toepasbaarheid van deze bronnen vormt het Waterhuishoudingsplan 1998 (WHP98). Hierin staat dat er alleen gebruik gemaakt mag worden van de eerste waterdragende laag. Deze laag ligt in West-Brabant op ca 10 meter diepte en moet gezien worden als een niet afsluitende laag in verbinding met het opper vlaktewater en is dus onbruikbaar. Na overleg is door de provincie toegezegd dat voor deze toepassing gehandeld zal worden in de geest van de verordeningen. Hierdoor is het mogelijk om gebruik te maken van de tweede waterdragende laag die op ca 40 meter diepte ligt en voor deze doeleinden geschikt is. Ad 2: Het Casino heeft laten weten in principe mee te willen doen aan een gezamenlijk traject voor warmte- en koudeopslag. Een aantal punten zullen nog onderwerp van bespreking/onderhandeling worden waarvan de voornaamste zijn: - De verantwoordelijkheid voor het beheer van de bronnen - De verdeling van de kosten voor de investering over de verschillende gebouwen. - De mogelijkheid om gebruik te kunnen maken van de bestaande koelinstallatie van het Chassétheater in geval van calamiteiten. Voor het Chassétheater wordt uitgegaan van een kostendekkende investering in relatie tot de exploitatie. Duidelijk is dat het Chassétheater een bepalende rol kan vervullen m.b.t. het meedoen van het Casino. In de kostenopstelling voor het D.O. is de toepassing voor combinatie Stadskantoor 1 en Stadskantoor 1A als uitgangspunt genomen. Bij een kostenverdeling over meerdere gebouwen ontstaan uiteindelijk exploitatie voordelen voor de gemeente. Het is te voorbarig deze nu al mee te nemen in de exploitatie begroting. Omdat in Stadskantoor 1A een computerruimte geplaatst moet worden met een grote vraag naar koelenergie en omdat Stadskantoor 1 ook uitgerust moet worden met een nieuwe koelinstallatie wordt de energievraag aanmerkelijk hoger. Door gebruik van koudebronnen i.p.v. traditionele voorzieningen zal de besparing op de energiekosten echter ook veel groter zijn. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 1289