Gemeente Breda Registratienr: 14196] RaadsbesluitDienst/afdeling: BEL 3. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar eindigt, kan op verzoek ontheffing worden gevraagd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Belastingbedragen minder dan 50,- worden niet geheven. Artikel 8 Belastbaar feit Onder de naam "reinigingsrecht" wordt een recht geheven voor zowel het genot van door het gemeentebestuur verstrekte dienst als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn. Artikel 9 Belastingplicht Het reinigingsrecht wordt geheven van degene op wiens verzoek en aan wie door de gemeente een extra afvalcontainer is verstrekt. Artikel 10 Maatstaf en tarief Het reinigingsrecht bedraagt per extra afvalcontainer per belastingjaar 100,— Artikel 11 Ontstaan van de belastingschuld Het recht als bedoeld in artikel 8, is verschuldigd bij het bezit van een of meerdere extra afvalcontainers per 1 april van het belastingjaar of, zo dit later is bij, de aanvang van de belastingplicht. Artikel 12 Termijnen van betaling 1De afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. Indien het reinigingsrecht wordt geheven bij wege van een afzonderlijke aanslag, vermeld op een afzonderlijk aanslagbiljet, waarop geen andere gemeentelijke belastingaanslagen staan vermeld, dient dit reinigingsrecht te worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 3. In afwijking van het bepaalde in eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso het totaal bedrag van de op één aanslag verenigde aanslagen of andere gemeentelijke fiscale heffingen 100,- of meer doch minder dan 3.500,01 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke van de volgende termijnen telkens een maand later. 4. De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoel in het eerste lid. Artikel 13 Nadere regels m.b.t. heffing en invordering Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht. Artikel 14 inwerkingtreding en citeertitel 1De Verordening afvalstoffenheffing van 17 december 1998, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 11 november 1999, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2001, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2001 w

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 1325