Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 11173] Dienst/afdeling: JZ definitief ontwerp van mei 1999 wordt dan ook uitgegaan van een wal met een constante helling van 1:3 aan de zijde van de woonwijk en 1:2 aan de zijde van de A27. Concluderend kan worden gesteld dat aan de formele voorwaarden voor het toepassen van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is voldaan. Voorts is voldoende duidelijk waarvoor de vrijstelling is verleend en welk ontwerp heeft gediend als basis voor het verlenen van de vrijstelling. Ad. 3. de keuze voor een geluidwal met een hoogte van 15 meter en mogelijke alternatieven Ten behoeve van de ontwikkeling van deze nieuwe VINEX locatie heeft een studie plaatsgevonden. Daarbij is een programma van eisen en een ontwikkelingsrichting vastgelegd in de nota Steengoed Landgoed van 1 oktober 1996. Dit betreft een modelstudie met daarin 4 modellen voor de nieuwe woonwijk. Gekozen is voor het model "stad tussen de groene linten". Dit model is vertaald in de Structuurschets Nieuw Wolfslaar. De uitgangspunten zijn steeds geweest: bouwen op hoge delen, de opwaardering van de Bavelse Leij en het handhaven van de bestaande bebouwing. De nieuwe woonwijk diende als gevolg hiervan zo dicht mogelijk bij de A27 te worden gesitueerd. Met betrekking tot de benodigde geluidafscherming is gekeken naar de meest uiteenlopende voorzieningen. Gekeken is onder meer naar een geluidscherm met een hoogte van minimaal 10 meter zo dicht mogelijk langs de A27 en een geluidscherm met een gedeeltelijke overkapping (zoals bij Dordrecht en Zeist). De geluidschermen waarborgen in de landschappelijke beeldvorm geen continuïteit ten opzichte van onder meer de groene aarden wal bij Heusdenhout en het verdere groene gebied in de nabijheid. Voorts vormen de geluidschermen een zeer abrupte barrière, zijn ze buitensporig kostbaar en veroorzaken ze een tunneleffect voor automobilisten. Uiteindelijk is, na bestudering van alle alternatieven, daarom de voorkeur uitgesproken voor een geluidwal met een hoogte van 15 meter. TNO heeft hierna van Breda de opdracht gekregen te controleren of de door de gemeente berekende hoogte van de geluidwal van 15 meter correct was. Hierbij is aan TNO ook de vraag gesteld of de afmetingen geoptimaliseerd kunnen worden door een andere vorm van afscherming te kiezen en na te gaan of "super zoab", snelheidsverlaging tot 100 kilometer per uur en toepassing van een geluidscherm in de middenberm leiden tot een aanmerkelijke verlaging van de hoogte van 15 meter. Uit het op basis hiervan door TNO uitgevoerde onderzoek blijkt dat de hoogte van 15 meter correct is bepaald en dat geen van de genoemde geluid reducerende maatregelen zou kunnen leiden tot een substantiële verlaging van de geluidwal. Een andere vormgeving, variant F van het TNO rapport van 27 augustus 1997, zou tot een lagere geluidafscherming kunnen leiden van 10 meter bij een minimale afstand van de top van 17 meter tot de as van de A27. Deze steile variant zou echter leiden tot een constructie die: vlak langs de snelweg ligt met een steil opgaande wand; uit een oogpunt van stabiliteit niet in deze vorm in aarde of grond kan worden gerealiseerd; buitenproportioneel kostbaar is; moeilijk te beplanten is; niet voldoet aan de randvoorwaarde van Rijkswaterstaat dat gelet op het onderhoud en beheer de wand niet te steil mag zijn; eerder tot grondmechanische problemen voor de A27 zou kunnen leiden; een "tunneleffect" voor passerende automobilisten teweeg brengt; geen reserveruimte voor Rijkswaterstaat biedt om in de toekomst eventueel de A27 te verbreden; tot een nog grotere barrière in het landschap leidt, zeker ook ten opzichte van Bavel; vanwege de steilere vorm meer windeffecten voor zowel de molen als autoverkeer zal hebben; in landschappelijke beeldvorm geen continuïteit waarborgt ten opzichte van de groene aarden wal bij Heusdenhout en het verdere groene gebied in de directe nabijheid; -5-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 133