Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 11173] Dienst/afdeling: JZ Bovenstaande zaken hebben er toe geleid dat niet is gekozen voor variant F. Ook verlaging van de geluidwal over de volledige lengte tot 10 meter is onderzocht. Uit onderzoek blijkt dat bij een geluidwal met een hoogte van 10 meter het grootste deel van de geplande woningen niet gebouwd zou kunnen worden. Dit geldt zowel voor woningen van 3 bouwlagen als voor woningen met 1 bouwlaag. Enkel een wal met een hoogte van 15 meter welke geleidelijk afneemt tot 10 meter ongeveer in het midden van de wal, zoals opgenomen in het definitief ontwerp van mei 1999, laat de geplande woningbouw toe. Ook is gekeken naar de toepassing van nieuwe geluidarme wegdekken. In dit kader wordt opgemerkt dat door Rijkswaterstaat geen beleid is vastgelegd om over te gaan op toepassing van dubbellaags Zeer Open Asfalt Beton (ZOAB). Dubbellaags ZOAB is een akoestisch betere variant op het door Rijkswaterstaat wel toegepaste enkellaags ZOAB op autosnelwegen. Dit enkellaags ZOAB is overigens al aanwezig op dit wegvakgedeelte van de A 27. De gemeente Breda stelt zich op het standpunt dat inzet van akoestisch efficiëntere wegdeksoorten gebruikt dient te worden om een buffer te creëren voor onverhoopte toekomstige akoestische tegenvallers. Deze ontstaan bijvoorbeeld door een veel grotere verkeerstoename dan geprognosticeerd. Door deze buffercapaciteit kan worden voorkomen dat extra voorzieningen, lees verhogen, aan de aanwezige geluidafscherming moeten plaatsvinden. In dit kader moet rekening gehouden worden met het schrappen van de wettelijk toegestane aftrek van 3 dB(A) op berekende of gemeten geluidniveaus van artikel 103 van de Wet geluidhinder in de toekomst. Deze aftrek is immers gebaseerd op de gedachte dat technologische ontwikkelingen het verkeer in de toekomst stiller maken. Naarmate auto's zelf stiller worden en wegdekken meer geluid absorberen is een dergelijke aftrek, die nu nog 3 dB(A) bedraagt, niet meer aan de orde. Met de huidige praktijk wordt dus al geanticipeerd op toekomstige ontwikkelingen. Door TNO is gerekend met de meest recente akoestische parameters voor het aanwezige ZOAB. Dit leidt tot lagere geluidniveaus dan wanneer deze berekend zouden zijn met de reguliere parameters van de Standaard Rekenmethode II van artikel 102 van de Wet geluidhinder en dus tot een zo laag mogelijke wal, zijnde een wal van 15 meter. Indien gerekend zou zijn met genoemde reguliere parameters dan zou een hogere wal dan die van 15 meter nodig zijn. Wellicht ten overvloede wordt aangegeven dat de maximale hoogte van de geluidwal van 15 meter in de voorschriften van het ontwerp bestemmingsplan Nieuw Wolfslaar als uitgangspunt wordt opgenomen. Een hogere geluidwal is zodoende niet toegestaan. Daarnaast is ook het definitief ontwerp van mei 1999, waarin een hoogte van 15 meter is opgenomen, uitgangspunt voor de aanleg van de geluidwal. Met betrekking tot de vraag waarom bij de provincie Noord-Brabant geen officieel verzoek is ingediend om af te mogen wijken van de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder van 50 dB(A) wordt het volgende opgemerkt. De Wet geluidhinder biedt de mogelijkheid ontheffing te vragen van de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). In stedelijke situaties wordt van deze mogelijkheid in het kader van bijvoorbeeld het isoleren van gevels wel eens gebruik gemaakt. Nieuw Wolfslaar echter grenst aan het groene buitengebied en kent grondgebonden woningen met tuinen en openbaar groen verblijfsgebied. In een dergelijk gebied is geen plaats voor hogere geluidwaarden. Uit oogpunt van leefbaarheid en volksgezondheid is het van belang dat de bewoner zich aan lawaai kan onttrekken. Het beleid van Breda, neergelegd in het gemeentelijk Milieubeleidsplan, houdt in dat het aantal gehinderden in 2010 met 50% moet worden teruggebracht. Het beleid van de provincie Noord- Brabant, neergelegd in de beleidsnotitie "Ontheffingenbeleid Wet Geluidhinder" van 10 februari 1998 bepaalt dat bij uitbreidingssituaties aan de rand van de bebouwde kom geen -6-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 134