Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 14163]
Dienst/afdeling: AD
Agendapuntnummer: 224
Aantal bijlagen:
Betreft:
Aanpassing planning archeologish onderzoek 2000.
Inleiding
Sinds een aantal jaren wordt in het gebied tussen de Lunetstraat en de spoorweg richting Dordrecht
stapsgewijs het bedrijventerrein Steenakker-Noord ontwikkeld. In 1994/95 is het gebied archeologisch
gekarteerd. Daarbij is vast komen staan dat in het gebied verschillende belangrijke archeologische
vindplaatsen liggen.
Recent zijn verschillende grote delen van het gebied beschikbaar gekomen voor ontwikkeling. Deze
terreinen waren lange tijd niet beschikbaar wegens verschil van mening tussen de verkopers en de
gemeente Breda.
Economische Zaken (BRIM) wil nu zo snel mogelijk de beschikbaar gekomen terreinen ontwikkelen.
Gezien het feit dat deze opgraving niet vervat is in de door het Grondbedrijf beschikbaar gestelde
f 1.600.000,00, is een afweging gemaakt omtrent het wel of niet uitvoeren van deze opgraving.
Voorstel
In te stemmen met uitvoering te geven archeologisch ondezoek in het uitbreidingsgebied Steenakker-
Noord.
2. Beschikbaar stellen van een krediet in 2001 van 500.000,= (in collegebesluit 13706) uit de
middelen 2001
Motivering/Toelichting
AAfweging omtrent uitvoering.
Sinds 1998 wordt Steenakker opgegraven, dit in nauw overleg met de Dienst Stadsbeheer. Uit de
resultaten van het onderzoek blijkt de grote archeologische rijkdom van het (uitbreidings-) gebied met
nederzettingen en grafvelden in de periode vanaf 1000 voor Christus tot 1000 na Christus. Vanwege
de omvang van de vindplaatsen, de grote wetenschappelijke informatiewaarde en de unieke
ensemblewaarde, is het (uitbreidings-)gebied Steenakker archeologisch van belang.
De bewuste terreinen grenzen aan de opgravingen 1998-2000 en hebben zeer hoge archeologische
waarde (voor mn. Brabant) met naar verwachting de verdere resten van een Bronstijd en
IJzertijdgrafveld, Romeinse bewoning en (waarschijnlijk) een Germaans grafveld en bewoning.
De archeologische waarde van deze opgraving wordt gedeeld door de Provincie Noord-Brabant. Dit
komt tot uitdrukking in de nog door de provincie goed te keuren bestemmingsplanwijziging. De
goedkeuring zal (volgens de provinciale archeoloog) mede afhangen van de mate waarin
archeologisch onderzoek plaats zal vinden in het (uitbreidings-)gebied.
Gezien de bovenstaande argumentering, wordt aangeraden om de opgraving daadwerkelijk uit te
voeren.
B.Wat kost het en wat is beschikbaar.
Aanvankelijk is een financiële planning opgemaakt welke resulteerde in f 1.440.000,00 voor het
gehele (uitbreidings-)gebied. Bij de collegeonderhandelingen rondom de Concernbegroting 2001 is
voor deze opgraving f 500.000,00 beschikbaar gesteld. Om het verschil tussen de oorspronkelijke
planning en het toegezegde bedrag te overbruggen, is door de stadsarcheoloog een viertal opties
uitgewerkt. Het essentiële verschil met het oorspronkelijk plan is dat slechts een deel van de
aangetroffen sporen verder onderzocht worden.
-1-