Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 11173] Dienst/afdeling: JZ geluidwal een ronde gladde vorm zou krijgen. Dit is echter niet het geval omdat de wal een scherpe bovenzijde krijgt in de vorm van schanskorven. Door de scherprandige bovenzijde van de wal is het goed mogelijk om conclusies te trekken over het al dan niet optreden van windhinder of over de windbelastingen op basis van de gekozen onderzoeksopzet. De wal zal bovendien enige ruwheid kennen in de vorm van laagblijvende vegetatie waarmee hij zal worden aangekleed. Dit impliceert dat een Reynolds geschaalde modelproef in casu niet de juiste onderzoeksmethodiek is. Voor de overige ter discussie gestelde zaken kan samenvattend worden gesteld dat het onderzoek is uitgevoerd op basis van "the best practical means" op een wijze zoals met de Vereniging De Hollandsche Molen is besproken en aangevuld met genoemde turbulentiemetingen. Het definitief ontwerp van de geluidwal van mei 1999 gaat uit van een parkachtige groene aankleding van de wal. Een concreet beplantingsplan zal in de loop van 2000 worden opgesteld. De aankleding van de geluidwal waaronder de beplanting zal in een apart bestek worden uitgewerkt. Hierbij zullen de conclusies en aanbevelingen van adviesbureau Peutz naar aaleiding van het windtunnelonderzoek als uitgangspunt dienen. Dit betekent onder meer dat binnen een afstand van 300 a 350 meter vanaf de molen zo min mogelijk hoge beplanting op de geluidwal wordt aangebracht en dat zoveel als mogelijk wordt gekozen voor beplanting in de vorm van aaneengesloten laagblijvend groen. Concluderend kan worden gesteld dat sprake is van een zorgvuldige afweging tussen het volkshuisvestingsbelang dat is gemoeid met de aanleg van de nieuwe woonwijk en het belang van de molen waarbij het belang van de aanleg van de woonwijk heeft geprevaleerd. Met de molen is zoveel als mogelijk rekening gehouden hetgeen onder meer tot uiting komt in de gedeeltelijke verlaging van de geluidwal in het middenstuk en de uiteindelijke beplanting van de geluidwal. Ad. 9. de ontsluiting van de bouwlocatie en de toekomstige woonwijk De voorkeur van Breda is steeds geweest een rechtstreekse ontsluiting van de wallocatie via de A27. In dit kader is door de gemeente Breda het afgelopen jaar intensief op het hoogste ambtelijke en bestuurlijke niveau met Rijkswaterstaat onderhandeld over een dergelijke rechtstreekse ontsluiting. Inmiddels heeft dit geleid tot het volgende resultaat. De volle, met zand geladen, vrachtwagens rijden via een directe afrit vanaf de A27 de wallocatie binnen. De lege vrachtwagens dienen de wallocatie via de Lange Bunder te verlaten via een tijdelijke oprit. Na realisatie van een nieuw aan te leggen rotonde aan de Lange Bunder verlaten de lege vrachtwagens de wallocatie via deze rotonde. Een groot deel van de hinder en het gevaar als gevolg van het vrachtverkeer wordt weggenomen door de directe toegang vanaf de A27. Daarnaast zullen veiligheids- en andere verkeerstechnische maatregelen worden getroffen om de verkeersveiligheid en voortgang zo goed mogelijk te garanderen. Genoemd worden het terugbrengen van de maximum snelheid op de Lange Bunder op het weggedeelte tussen het Koolpad en de stoplichten in Bavel naar 50 kilometer per uur, het omleggen van het fietspad ter plaatse waarbij de vrachtwagens aan fietsers voorrang moeten verlenen, het verplichten van de vrachtwagens om enkel in de richting van de Zuidelijke Rondweg te rijden, en de aanleg van genoemde verkeersveilige rotonde. Daarnaast zullen, indien nodig, tijdelijke maatregelen worden genomen zoals verkeerslichten en een mogelijke verdere verlaging van de maximum snelheid ter plaatse. Het belang van de verkeersveiligheid voor alle weggebruikers staat daarbij voorop. Ad. 10. onderscheid tussen bewoners Bavel en bewoners nieuwe woonwijk voor wat betreft de bescherming in het kader van de Wet geluidhinder De Wet geluidhinder maakt een duidelijk onderscheid tussen bestaande situaties en nieuwe situaties. De bestaande Bavelse wal welke medio jaren 80 is aangelegd is gerealiseerd in het -10-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 138