Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 14081] Dienst/afdeling: JZ Agendapuntnummer: 232 Aantal bijlagen: - Betreft: Voorstel tot afwijzing van een verzoek om planschadevergoeding op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Op 10 januari 2000 heeft de gemeente Breda een verzoek om planschadevergoeding ontvangen, gebaseerd op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.Het verzoek is ingediend door SRK Rechtsbijstand, Postbus 3020, 2700 LA Zoetermeer, namens de heer J.P.M. Rijken, Brielsedreef 30 te Prinsenbeek (hierna verder aan te duiden als verzoeker). Bij besluit van 14 september 1999 is met gebruikmaking van de vrijstellingsmogelijkheid van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bouwvergunning verleend voor de bouw van een vrijstaande woning met garage op een perceel gelegen in de onmiddellijke nabijheid van de woning van verzoeker. Naar de mening van verzoeker ontstaat door de bouw van deze woning op korte afstand van verzoekers woning planschade bestaande uit een waardevermindering van de woning als gevolg van verlies van het vrije uitzicht en vermindering vasn het woongenot. Te besluiten het verzoek om planschadevergoeding af te wijzen, overeenkomstig het bij dit voorstel behorende conceptraadsbesluit. Motivering/Toelichting Voor het onderhavige gebied geldt het bestemmingsplan "Brielsedreef', vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Prinsenbeek op 27 juni 1996. Dit bestemmingsplan is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 14 oktober 1996. De grond waarop thans de gewraakte woning in aanbouw is, heeft in genoemd bestemmingsplan de bestemming "woondoeleinden" echter zonder de mogelijkheid om ter plaatse een woning te realiseren. Op de plek waar de bestaande woning Brielsedreef 32 is gerealiseerd is een bouwvlak aanwezig, waarbinnen uitsluitend mag worden gebouwd. Bij besluit van 24 september 1998 heeft uw raad een voorbereidingsbesluit genomen voor drie percelen aan de Brielsedreef, waarvan het perceel waarop de gewraakte woning wordt gebouwd er één is. De wens van de eigenaren om op hun grond een burgerwoning te mogen oprichten werd daarmee gehonoreerd. Verzoeker is tezamen met zijn echtgenote op 26 februari 1999 eigenaar geworden van het perceel Brielsedreef 30, kadastraal bekend gemeente Prinsenbeek, sectie H nummer 1234, groot 1.200 ca. Om in aanmerking te kunnen komen voor een vergoeding van planschade op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, moet de planologische mutatie op het moment van het verwerven van de eigendom niet te voorzien zijn geweest. Nu gebleken is dat uw raad op 24 september 1998, derhalve voor de datum waarop belanghebbende het object Brielsedreef 30 verwierf, een voorbereidingsbesluit heeft genomen waarbij het perceel waarop thans de woning in aanbouw is, als perceel voor de bouw van een burgerwoning werd aangewezen, is hier sprake van voorzienbaarheid aan de zijde van verzoeker. Toen verzoeker zijn woning aankocht, had hij bekend kunnen zijn met het feit dat er tussen de Brielsedreef en zijn woning een nieuwe vrijstaande woning zou worden gebouwd. Hij heeft derhalve bij zijn aankoop het risico genomen dat er nabij zijn woning te zijner tijd gebouwd zou worden. Daarom dient de schade als gevolg van een mindere waarde van het pand aan de Brielsedreef 30 geheel voor rekening van verzoeker te blijven. Inleiding Voorstel -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 1396