Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 14160] Dienst/afdeling: JZ extensieve bebouwing (grote woningen op grote percelen) blijft gehandhaafd. Het zwaartepunt van extensief bouwen ligt niet alleen in de grootte van een perceel maar zeker ook in de breedte hiervan. Door voldoende breedte kunnen doorzichten worden gegarandeerd en kunnen voldoende afstanden tussen de bebouwing worden bewerkstelligd. Deze zaken kunnen door toevoeging van een extra bouwvlak op het perceel van appellant niet meer worden gegarandeerd. In eerste instantie zagen wij mogelijkheden voor een bouwvlak voor de bouw van twee woningen in de vorm van een twee onder een kap. Hierdoor zou ook de gewenste openheid gegarandeerd blijven. In de gesprekken die hierover vooraf met appellant zijn gevoerd heeft deze echter aangegeven voorstander te zijn van een bouwvlak ten behoeve van één woning. Op basis hiervan is dan ook via toepassing van artikel 19 WRO juncto artikel 50, lid 5 WW bouwvergunning verstrekt. De hierdoor ontstane situatie is nu zo dat de woning midden op het perceel is gebouwd. Hier kan van splitsing van dit perceel ten behoeve van de bouw van een extra woning geen sprake meer zijn omdat hiermee strijd zou ontstaan met de hiervoor aangegeven uitgangspunten inzake handhaving van de openheid. Conclusie. Deze zienswijze is ongegrond. 2. Rassers, Jacobs en Spiegel advocaten namens J.A.J. Adriaansz. Inhoud zienswijzen. Appellant heeft aan de Schutsestraat 32 een perceel in eigendom ter grootte van ca. 4000 m2. Hierop is reeds een woning aanwezig. Meent, gelet op de aanpassingen na de inspraakronde zoals onder andere ook de verschuiving van de 50 dB(A)-contour, ook in aanmerking te moeten komen voor een extra bouwvlak op zijn perceel voor de bouw van een extra woning. Beoordeling. Voor de uitgangspunten van het bestemmingsplan Brielsedreef-Schutsestraat voor het gebied gelegen tussen de Brielsedreef en de Schutsestraat wordt verwezen naar het commentaar onder 1. Door het opnemen van een extra bouwvlak op het perceel van appellant wordt in strijd met deze uitgangspunten gehandeld. Bij het toekennen van de bouwvlakken aan deze diverse percelen is namelijk met een ruime afstand tussen de bouwvlakken/bebouwing rekenen gehouden. Met deze uitgangspunten is het vanuit stedenbouwkundig oogpunt, gelet op de tussenruimte tussen de bestaande woningen, niet meer mogelijk ook hier nog een bouwvlak voor een woning op te nemen in de afmetingen als in de rest van het plangebied. Conclusie. Deze zienswijze is ongegrond. Ambtshalve wijzigingen. In het plangebied ligt tussen de Brielsedreef en de Schutsestraat een groot bouwperceel met één bouwvlak. Het is altijd de bedoeling van de eigenaar geweest op dit perceel een grote woning voor zichzelf te realiseren. Deze bouw zal echter geen doorgang vinden en het perceel zal worden verkocht. Door de eigenaar is nu verzocht het perceel op te splitsen in meerdere kavels met bouwmogelijkheden per kavel. Dit verzoek is beoordeeld en gekeken is of binnen de voorgestane structuur aan dit verzoek medewerking kon worden verleend. Dit heeft geleid tot het oordeel dat het stedenbouwkundig verantwoord is binnen de huidige voorgestane structuur het bouwperceel op te splitsen in 4 bouwpercelen met op elk perceel een bouwvlak ten behoeve van de bouw van een woning. De plankaart is hierop aangepast. Ook de voorschriften zijn hierop enigszins aangepast. Zo is in de bestemming woondoeleinden in lid II onder 1 .d de verwijzing naar de plankaart komen te vervallen en is in artikel 1 onder 1 het nummer van de plankaart gewijzigd. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 1400