Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 14169] Dienst/afdeling: JZ spoorzoneproject volledig open te houden. Uiteraard geldt deze afstandsnorm niet voor de bestaande bedrijven waarvoor nu reeds een grotere afstand van kracht is. Voor deze bedrijven mag de huidige, grotere, afstand worden gehandhaafd. Voor wat betreft de hoogte wordt opgemerkt dat de bestaande hoogten van de gebouwen niet wordt aangetast. In het ontwerp van het bestemmingsplan werd het wel wenselijk geacht toekomstige uitbreidingen te beperken tot de aangegeven hoogte van 12 meter. Om toch enigszins aan de bezwaren van appellant tegemoet te komen is in de voorschriften de maximaal toegestane hoogte gewijzigd van 12 in 20. De in het plan opgenomen uitbreidingsmogelijkheid achten wij wel acceptabel. Voor de motivering wordt verwezen naar hetgeen hierover is gesteld in het commentaar op de zienswijzen van de BMD als verwoord onder punt 2. Conclusie. Deze zienswijze is gegrond ten aanzien van de opmerkingen over de hoogte en voor het overige is deze zienswijze ongegrond. 4. NS Railinfrabeheer. Inhoud zienswijzen. Vragen welke gegevens gehanteerd zijn die tot de conclusies hebben geleid over het individueel risico en het groepsrisico. Vragen zich namelijk af of rekening is gehouden met de toekomstverwachting van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Beoordeling. Het gaat hierbij om het individueel risico en het groepsrisico van het doorgaande sporen langs Emer-zuid. De conclusie is afkomstig uit de rapporten "Evaluatie risico's transport gevaarlijke stoffen in de provincie Noord-Brabant"(november 1997) en "Risico-evaluatie bestemmingsplan Steenakker-Noord (november 1997). Tevens zijn met de laatste transportgegevens van Railnet 24 juli 2000) nog een aantal herberekeningen uitgevoerd. De berekeningen zijn uitgevoerd met de rekenmethode IPORBM. Conclusie. Deze zienswijze is ongegrond. 5. Kamer van Koophandel West-Brabant Inhoud zienswijzen. Heeft bezwaar tegen het beperken van de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van de bedrijven gelegen binnen de zone B1Reden hiervan is dat nog lang geen concrete plannen bestaan voor dit gebied en het nog onduidelijk is of er iets zal gaan wijzigen. Vindt niet dat bedrijven zo lang in hun mogelijkheden mogen worden beperkt. Bovendien worden geen alternatieven geboden. Stellen dan ook voor de voorschriften voor de zone B2 ook van toepassing te verklaren op zone B1 Is verder van mening dat een bebouwingspercentage van 70% gelet op intensief ruimtegebruik niet langer gehanteerd mag worden. Staat volledige bebouwing van de percelen voor. Bovendien dient er, in relatie tot het voorgaande, geen sprake te zijn van een maximale bouwhoogte maar van een minimale bouwhoogte. Beoordeling. Wij menen dat de uitbreidingsmogelijkheden voor de zone B1 voor de planperiode als opgenomen in het algemeen voldoende zijn. Het opgenomen bebouwingspercentage van 70% binnen de zones B2 t/m B4 is een standaardmaatvoering die tegenwoordig in alle bestemmingsplannen voor bedrijventerrein wordt opgenomen. Filosofie hierachter is onder andere dat op deze manier onbebouwde ruimte overblijft voor realisatie van parkeervoorzieningen op eigen terrein en er tevens mogelijkheden blijven voor infiltratie van regenwater op eigen terrein in het kader van de duurzaamheid. Bovendien betreft het hier een bebouwingspercentage van het gehele bouwperceel. Vanwege in acht te nemen afstanden tot de perceelsgrenzen kan slechts een gedeelte van het perceel worden bebouwd. Relatief -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 1406