Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 11693]
Dienst/afdeling: JZ
fl
Op 8 maart 1999 hebben wij de bereidheid uitgesproken om, onder voorwaarde dat een door de
WAM geaccepteerd schetsontwerp beschikbaar is, u een voorbereidingsbesluit voor te leggen
ten behoeve van de legalisering van het Dierenhoekje en een daarbij behorende bedrijfswoning.
Deze brief is te beschouwen als een inspanningsverplichting. Wij achten een woning ter plaatse
in ruimtelijk opzicht aanvaardbaar. De woning kan zodanig worden gesitueerd dat wordt
voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder.
Het Dierenhoekje voorziet, gelet op de vele bezoekers, in een behoefte. Een vergelijkbare
voorziening is in Prinsenbeek en omgeving niet beschikbaar.
Een schetsontwerp is inmiddels ingediend en akkoord bevonden door de welstandscommissie.
Naar aanleiding van ons besluit van 8 maart zijn een aantal reacties binnengekomen. Een
daarvan betrof onder andere de beschikbaarheid/eigendom van de gronden. Deze vraag is van
belang omdat bij een artikel 19 WRO-procedure rekening gehouden moet worden met alle
relevante aspecten; de eigendom/ beschikbaarheid behoort daartoe. Op het (telefonisch)
verzoek om zekerheid dat het Dierenhoekje ook op langere termijn ter plaatse kan
voortbestaan, is in september jongstleden een afschrift ontvangen van een huurovereenkomst
voor het deel van het Dierenhoekje dat eigendom is van een derde. Het betreft globaal de helft
van de gronden die in gebruik zijn voor het Dierenhoekje; de overeenkomst is voor onbepaalde
tijd. De overige gronden zijn eigendom van de familie Van Zantvliet.
Een andere reactie betrof een ongelijke behandeling voor wat betreft een destijds door een
derde gewenst maar afgewezen woonhuis. Deze is echter niet vergelijkbaar omdat dat onder
andere de vestiging van een horecaonderneming betrof welke niet paste in het gemeentelijk
horecabeleid.
Een andere reactie betrof een verwijzing naar het Ammoniak Reductie Plan (ARP). De door de
Wet milieubeheer vereiste milieuvergunning zou niet kunnen worden verleend wegens strijd
met het ARP.
Hiervan kan worden opgemerkt dat vanaf 1 oktober 1998 het besluit Horeca, Sport en Recreatie
inrichtingen Milieubeheer geldt. Dit besluit is onder andere van toepassing op inrichtingen
welke uitsluitend of in hoofdzaak bestemd zijn voor recreatief dagverblijf. Aangezien het
Dierenhoekje een dergelijke functie vervult, is het besluit hierop van toepassing. Het besluit
maakt een uitzondering voor inrichtingen, of een onderdeel daarvan, waarin voorzieningen of
installaties aanwezig zijn voor het bedrijfsmatig houden, fokken, verhandelen of slachten van
dieren. Deze uitzondering is echter niet van toepassing omdat in het Dierenhoekje niet op
bedrijfsmatige wijze dieren worden gehouden en hiervoor zeker geen installaties of
voorzieningen aanwezig zijn.
Gelet hierop valt het Dierenhoekje binnen de werkingssfeer van het bovengenoemde besluit.
Hiermee is het Dierenhoekje meldingsplichtig op grond van de Wet milieubeheer en vervalt
daarmee de toets aan het Ammoniakreductieplan Breda.
Naar aanleiding van de ingekomen reacties hebben wij overwogen of voortzetting van de
huidige situatie waarin caravan/houten woning tot nu toe is gedoogd alsnog niet de voorkeur
verdient boven een voorstel tot legalisering via een artikel 19 WRO-procedure. Wij hebben
hierover gesproken met de familie Van Zantvliet. Zij hebben echter expliciet aangegeven te
kiezen voor een procedure ex. artikel 19 WRO.
Consequenties
Het voorbereidingsbesluit schept de basis voor het voeren van een artikel 19 WRO 50
Woningwet procedure.
Communicatie
Via persbericht.
-2-