Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 11073]
Dienst/afdeling: JZ
andere geval voor de bestemming "landgoed, ruimtelijk en landschappelijk gesloten".
Reclamanten zijn van mening, dat het ontwerp van bestemmingsplan op dit punt
onduidelijk is c.q. volstrekt ongenoegzaam is gemotiveerd. Reden waarom men van
oordeel is, dat de betreffende bestemming c.q. aanduiding niet goedgekeurd behoren te
worden.
2. Reclamanten verzoeken uitdrukkelijk dat, aan hun perceel kadastraal bekend, gemeente
Princenhage, sectie P nummer 237 een "zone nieuwbouw woningen toegestaan" wordt
toegekend. Zij zijn van mening, dat er sprake is van rechtsongelijkheid/ willekeur. De
gemeente gaat bouwen op percelen die zij verworven heeft. Zij wijzen daarbij met
name op de percelen die van de families Franken gekocht zijn. Net als de verworven
percelen van de families Franken had ook ook het perceel van de familie Goos (sectie P,
nummer 237) de bestemming "Landschappelijke zone (La)". Op de grond van de families
Franken gaat de gemeente 5 woningen bouwen. De heer en mevrouw Goos zijn bereid
om met de gemeente afspraken te maken over de aard, soort en omvang van de op hun
perceel op te richten nieuwbouwwoningen c.q. te voldoen aan de gemeentelijke eisen
opdat deze passen in en recht doen aan de bestemming landgoed. Ter ondersteuning
van hun argument, verwijzen reclamanten naar de koopovereenkomst die zij met de
gemeente gesloten hebben en waarin is bepaald, dat verkoper zich verbindt om de
overblijvende eigendom voor andere doeleinden te bestemmen dan voor wonen;
3. De gemeente wordt uitdrukkelijk verzocht om de zich op reclamanten in eigendom
toebehorende percelen bevindende bebouwing alsmede het gebruik daarvan positief te
bestemmen in het bestreden plan.
4. Verzocht wordt het bestemmingsplan in die zin aan te passen, dat er ten noorden van de
percelen van reclamanten een ontsluiting voor autoverkeer op de bestemmingsplankaart
wordt ingetekend, zodanig dat rechtstreeks kan worden aangesloten op de in aanleg
zijnde verbindingsweg tussen de Heilaarstraat enerzijds en de Westerparklaan
anderzijds.
5. De heer en mevrouw Goos verzoeken om hun bedrijf c.q. hun bedrijfsactiviteiten
explixiet weer te geven in de staat van bedrijven en inrichtingen, behorende bij het
bestemmingsplan.
6. De advocaat van de heer en mevrouw Goos zet vraagtekens bij de economische
uitvoerbaarheid van het plan.
Beoordeling zienswijze.
Alvorens over te gaan tot een inhoudelijke beoordeling van de zienswijze van de heer en
mevrouw Goos is het noodzakelijk om in te gaan op bestaand, vastgesteld beleid ten aanzien
van het landgoed Heilaar.
In het kader van de bestemmingsplanprocedure "Heilaar-Steenakker" vastgesteld 24 september
1992, onherroepelijk bij KB van 22 augustus 1996, nr. 96004117, is door Heidemij Adviesbureau
een Integraal Waterbeheersingsplan Heilaar-Steenakker, opgesteld. Over de buitenplaats Heilaar
wordt opgemerkt, dat deze zich bevindt in een oud beukenbos. Waardevol is de aanwezigheid
van typische soorten als ijle zegge, wijfjesvaren, brede stekelvaren en adelaarsvaren. In
samenhang hiermee zijn enkele laanbeplantingen waardevol.
In de toelichting bij vorengenoemd bestemmingsplan worden diverse opmerkingen gewijd aan
de buitenplaats Heilaar. Uit deze opmerkingen blijkt het belang van de buitenplaats Heilaar:
de uiterlijke verschijningsvorm is in de eerste helft van de twintigste eeuw veranderd van
een gesloten bosschage landschap een landschap met veel hagen en houtwallen rond
de percelen) naar een open landschap gedomineerd door de boomgroepen van de
buitenplaatsen Heilaar en Vinkenburg;
op kaart 8 van de toelichting "bestaande landschapsstructuur" is het landgoed
aangegeven met de aanduiding "bos/landgoed/ruigte";
Opvallend is hoe weinig de landschappelijke beplantingen bijdragen aan de
"leesbaarheid" van het landschap. Ze maken noch de hiërarchie van de wegen duidelijk
noch het stelsel van dekzandruggen en beekdalen en ze tonen weinig structurele
samenhang met verkaveling op grondgebruik. De buitenplaats Huize Heilaar vormt
-6-