de visuele en functionele samenhang met de buitenplaats (aanleg en zichtlijnen die het huis een centrale plaats in het park geven) en de andere complexonderdelen; de hoge mate van gaafheid van ex- en interieur en van de samenhang met de buitenplaats; de zeldzaamheid van huizen van dit soort type en detaillering. 2 Parkaanleg Omschrijving Het park wordt gekenmerkt door een afwisseling van open en gesloten partijen door middel van gazons, bosschages, boomgroepen, vijvers en waterlopen. Van de situatie van voor omstreeks 1862 (de bouw van het huidige huis en koetshuis) zijn nauwelijks elementen bewaard gebleven. De aanleg van toen, later nog weer uitgebreid en veranderd, is waarschijnlijk geheel of gedeeltelijk het werk van tuinarchitect Pierre Lieven Rosseels en eventueel diens zoon. De entree tot het park wordt gevormd door het hek (5) nabij een vijverpartij (verbreding van de waterloop die de grens van het park volgt) en accidentatie. Een slingerende laan voert naar huis (1) en koetshuis (3). Vanuit het huis en zijn directe omgeving zijn er zichtlijnen naar het noorden en het zuiden. Die naar het noorden over het gazon en de vijver, waarbij de blik naar het aangrenzende open land wordt geleid door middel van verhogingen, boomgroepen en twee solitaire eiken aan weerszijden van de vijver. In de linker verhoging de ijskelder (8). De zichtlijn naar het zuiden voert over het grote gazon, via een sokkel (7) naar de zuidelijke rand waar het park overgaat in een bos met rabatten. Naast het koetshuis bevindt zich de moestuin (4). De wandeling wordt vanaf het huis voortgezet in oostelijke richting, over een brug, naar een driesprong met rododendrons, temidden van eiken. In noordelijke richting voert het pad door een hek (6) langs de rand van de buitenplaats naar hoofdingang (5). In zuidelijke richting voert het pad, eveneens met een gebogen lijn, in langs de grote vijver. Deze gebogen vijver met eilandjes grenst aan bospartijen en gazons. Vanaf het pad is er afwisselend zicht op bos, op de vijver of zelfs over de vijver naar het grote gazon ten zuiden van het huis. Uiteindelijk komt het pad uit bij dat gazon (directe zichtrelatie met het huis), om vervolgens via een bochtig beloop langs de niervormige vijver in het westen van het park weer bij het koetshuis (3) uit te komen. De begrenzing wordt gevormd door de verschillende waterlopen om het park en de direct daaraan grenzende beplanting. De beplanting wordt nu in hoge mate bepaald door eiken, ook wel door beuken en acacia's, in de bosschages taxus, rododendron en andere altijd groene heesters. Oorspronkelijk was de vegetatie gevarieerder. Waardering Het in huidige aanleg in hoofdzaak 19de en vroeg 20ste-eeuwse park is van algemeen belang vanwege: de aanleg in landschapsstijl met een uitgekiende afwisseling van open en gesloten gedeelten, vijverpartijen, accidentatie, doorzichten in en buiten het park, alles (tot en met de begrenzing van het park) in slingerende en gebogen lijnen; de schoonheid en kwaliteit van de samenstellende onderdelen (gazons, vijvers, waarvan één met eilandjes), ook in relatie tot de bebouwing; de gaafheid van de structuur van het park; de zeldzaamheid van zulke gave parken in landschapsstijl, vrijwel uitsluitend gericht op vermaak, waar juist in Noord-Brabant utilitaire aspecten vaak zo'n grote rol spelen. 3 Koetshuis Omschrijving Het koetshuis is in 1862 gebouwd in opdracht van Charlotte Cuypers-Storm. Het is een pand op U- vormige plattegrond en heeft een begane grond, mezzanino en kap. Het is opgetrokken in baksteen, bepleisterd en spaarzaam voorzien van natuursteen. De voorgevel heeft vijf traveeën, de middelste drie met dubbele innjdeuren. De zijgevels kennen drie traveeën, de achtergevel is minder strak gestructureerd. Het pand is uitgevoerd in een rustieke neoclassicistische stijl met banden, rustica enz., relatief rijk maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 285