Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 11540]
Dienst/afdeling: JZ
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer 62
Aantal bijlagen:
Het vaststellen van het bestemmingsplan "Woongebied Ulvenhou t"
De voormalige gemeente Nieuw-Ginneken heeft een bestemmingsplan "Woongebied
Ulvenhout" in procedure gebracht, dat op 20 maart 1997 door uw raad is vastgesteld. Bij de
behandeling van het bestemmingsplan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State, bleek een formeel gebrek te kleven aan de bestemmingsplanprocedure. Het
bestemmingsplan is te laat ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
gezonden. Bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant was in eerdere instantie het
bestemmingsplan van rechtswege goedgekeurd, omdat Gedeputeerde Staten niet tijdig een
besluit omtrent goedkeuring hadden genomen.
De Wet op de Ruimtelijke Ordening kent als sanctie op het niet tijdig inzenden, een algehele
onthouding van goedkeuring aan het bestemmingsplan. Het gevolg hiervan is, dat opnieuw een
ontwerp van bestemmingsplan "Woongebied Ulvenhout" ter visie moet worden gelegd op
grond van artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Bij de opstelling van het ontwerp is
rekening gehouden met gebleken omissies en een aanpassing van de voorschriften aan de
bestemmingsplanpraktijk van Breda. Het gaat echter nog steeds om een conserverend
bestemmingsplan, met een uitbreiding van bebouwingsmogelijkheden voor bestaande functies.
Te besluiten tot vaststelling van het bestemmingsplan "Woongebied Ulvenhout"
overeenkomstig het bij dit voorstel behorende raadsbesluit.
Procedure.
Het ontwerp van bestemmingsplan "Woongebied Ulvenhout" heeft met ingang van 13
december 1999 gedurende 4 weken ter visie gelegen.
Ingediende zienswijzen.
Tijdens de termijn van tervisielegging is een drietal schriftelijke zienswijzen ingekomen:
1. F.A.A. Titulaer, Zuidlaan 30, 4841 BL PRINSENBEEK
2. De heer en mevrouw A.J. Bink, Annevillelaan 77, 4851 CB ULVENHOUT;
3. H.J.M. Meeren, Riekeschot 1, 4851 WB ULVENHOUT.
Alle zienswijzen zijn binnen de termijn van tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan
ingediend, zodat reclamanten in hun zienswijzen kunnen worden ontvangen.
Op 22 februari 2000 heeft een hoorzitting plaatsgevonden op grond van artikel 23, lid 2 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening. Hierbij zijn reclamanten in de gelegenheid om hun zienswijzen
nader mondeling toe te lichten ten overstaan van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening.
Hiervan is door alle reclamanten gebruik gemaakt.
-1-