3 Visie en doelen
In de Stadsvisie van Breda zijn visie en doelen voor het wonen opgenomen. Deze visie en doelen zijn gebaseerd
op een analyse van de huidige situatie en de te verwachten ontwikkelingen c.q. de sterke en zwakke punten op de
woningmarkt Breda. De sterke en zwakke punten zijn gerelateerd aan een aantal maatschappelijke trends.
De visie en doelen:
1. Komen tot een vergroting van de variëteit aan woonmilieus in de kwetsbare buurten of wijken van Breda.
Het geven van prioriteit aan deze gebieden betekent dat de versterking van de concurrentiepositie van deze
buurten of wijken en daarmee de toekomst van deze buurten, centraal staat. De versterking van de
concurrentiepositie komt ook de concurrentiepositie van de gehele stad ten goede.
2. Voldoende huisvestingskansen op woningen met een actueel kwaliteitsniveau voor alle huishoudens. Hierbij
zal de aandacht in het bijzonder uitgaan naar die huishoudens die niet in de eigen huisvesting kunnen
voorzien. De herstructurering van de bestaande voorraad in de kwetsbare buurten of wijken kan leiden tot
vermindering van huisvestingskansen. Oplossingen voor eventuele knelpunten moeten, gelet op punt 1 met
name worden gezocht in andere wijken of buurten of op nieuwbouwlocaties.
3. Vasthouden of aantrekken van huishoudens met midden of hoge inkomens. Dit betekent faciliteiten bieden
voor de kwaliteitsvraag zoals die zich momenteel aandient. De economische ontwikkelingen en in het
bijzonder Breda Zuidelijk Vervoerknooppunt, zullen er toe bijdragen dat Breda de kans krijgt nieuwe
groepen huishoudens aan te trekken en aan zich binden. Deze kans moet worden benut. De
concurrentiepositie van de stad wordt hiermee versterkt.
De samenhang tussen deze drie doelen kan tot uitdrukking worden gebracht door de ontwikkelingsrichting van
verschillende wijken of buurten, te beschrijven. Zo zal er sprake zij van een grote uitbreiding van het Stedelijke
woonmilieu. In de periode 2000-2004 met name op het Chassépark en de Oost-/Westflank, in de periode na 2004
in de Spoorzone en in de nabijheid van wijkwinkelcentra, b.v. in de Hoge Vucht. Intensivering zal ook
plaatsvinden in buurten die direct naast de Spoorzone zijn gelegen. In de kwetsbare naoorlogse woonwijken
zoals in zuidwest en noordoost, zal door enerzijds verstedelijking nabij de wijkwinkelcentra en anderzijds door
verdunning in daaromheen gelegen delen een grotere variëteit aan woonmilieus gecreëerd worden. De
uitbreidinglocaties bieden de mogelijkheid om diverse stadsrandmilieus te maken. Dit kan echter ook aan de
noordrand van Hoge Vucht met uitzicht op de Lage Vuchtpolder. In paragraaf 4.2 wordt opnieuw ingegaan op de
variëteit aan woonmilieus.
De geschetste vergroting van de variëteit aan woonmilieus sluit aan bij de uitkomsten van het WBO 1998 en kan
worden gerealiseerd onder de conditie dat de huisvestingskansen voor alle huishoudens zijn gewaarborgd. Dit
betekent, rekening houdend met migratie en een toename van het aantal huishoudens als gevolg van
huishoudensverdunning, dat de bouwproductie groot genoeg moet zijn om tot een verruiming van de markt te
komen.
Het is essentieel dat de keuzemogelijkheden voor huishoudens met lage inkomens niet beperkt worden tot een of
twee buurten. Daarom zal ook op de uitbreidingslocaties een aantal goedkope of middeldure huurwoningen
worden gerealiseerd. Gelijktijdig zal ook worden gestimuleerd dat de huisvestingskansen voor deze huishoudens
worden vergroot b.v. door de te verwachte doorstroming in zuidoost Breda als gevolg van Nieuw Wolfslaar.
De ontwikkeling van de huisvestingskansen voor verschillende groepen huishoudens zal nauwgezet worden
gevolgd. Oplopende zoektijden kunnen wijzen op een toename van de vraag of een te sterke afname van het
aanbod. Er zal periodiek (een keer per jaar) een rapportage ("Feiten en Ontwikkelingen woningmakrt Breda")
aan de gemeenteraad worden aangeboden. In deze rapportage wordt de raad geïnformeerd over de voortgang van
de bouwproductie en de zoektijden. Dit kan aanleiding geven tot bijstelling van het programma nieuwbouw en
herstructurering. De eerste rapportage zal plaatsvinden in mei of juni 2000.
Het definiëren van zoektijden is een onderdeel van nog te maken prestatie afspraken met de corporaties. Deze
afspraken worden in de periode maart 2000 - november 2000 gemaakt. Het komen tot een vergroting van de
flexibiliteit in eigendomsvormen van woningen maakt hier eveneens onderdeel van uit.
Concept uitwerking aanvullende opdracht GSB/ISV
Gemeente Breda
21 maart 2000 Pagina 6
i