4 Beleid 4.1 Inleiding Er zijn voor de periode 2000-2004 een aantal concrete prestaties vastgelegd. In de volgende paragrafen wordt hier op ingegaan. Gelijktijdig moet worden vastgesteld dat de meningsvorming over veranderingen, doelstellingen en te realiseren kwaliteiten een continu proces is. Om deze reden wordt extra geïnvesteerd in de continuïteit van het overleg en samenwerking met partners en wordt afzonderlijk ingegaan op procesprestaties. 4.2 Variëteit aan woonmilieus en huisvestingskansen De variëteit aan woonmilieus heeft steeds meer de aandacht en wordt concreet vertaald naar nieuwbouw en herstructureringslocaties in de stad. De toename aan verschillende leefstijlen, de noodzaak om woningen (en woonomgeving) meer flexibel te kunnen gebruiken, aan thuiswerken en levensloopbestendigheid staan steeds meer centraal in de meningsvorming over wonen en woonmilieus. De variëteit aan woonmilieus in bestaand stedelijk gebied kan verschillende manieren worden uitgewerkt. Er kan een algemeen onderscheid worden gemaakt tussen stedelijke, suburbane en stadsrand woonmilieus. Binnen deze typeringen kan verder worden gedifferentieerd naar bijzondere kenmerken of identiteiten. B.v. in relatie tot autogebruik, water, milieu of onderling te maken afspraken. Voorbeelden in Breda zijn: ■S Voor Hoge Vucht Doornbos-Linie, een naoorlogse hoogbouwwijk, wordt momenteel gewerkt aan het opstellen van een ontwikkelingsvisie. De algemene thema's zijn onbekommerd wonen, vooruitkomen, en de (regionale) woningmarktpositie. Er zijn voor te onderscheiden subgebieden verschillende woonmilieus geduid. Hiervoor wordt gewerkt met de volgende typeringen: stadswijk, woonpark, tuinwijk, suburb. Binnen deze typeringen kan opnieuw worden gevarieerd met woningtypen en woonklimaten. Hiermee wordt het monotone karakter van een grote wijk doorbroken. In de nabijheid van het centrum van de wijk en in de buurten die direct grenzen aan de Spoorzone kan een verdere intensivering plaatsvinden. S Het nieuwbouwgebied gebied Teteringen/Breda noordoost is opgesplitst in een aantal verschillende deellocaties. Deze deellocaties zijn elk op een zeer verschillende manier gekoppeld aan bestaand stedelijk gebied of de kem Teteringen. Elke deellocatie wordt een eigen ruimtelijk karakter meegegeven. Het karakter en de keuzemogelijkheden wordt bepaald door de ligging ten opzichte van voorzieningen (winkelcentra, scholen, kinderopvang, ouderenvoorzieningen, openbaar vervoer) en de ligging nabij dorp of stad, buitengebied, geledingszone of golfbaan; S Om meer inzicht te verkrijgen in de woonmilieus in de Spoorzone, participeert Breda momenteel in een studie onder de titel "HSL-wonen" Deze studie wordt uitgevoerd in samenwerking met de andere Sleutelgemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Arnhem) en de RPD. In de Spoorzone zal, een hoogwaardig centraal stedelijk woonmilieu worden gerealiseerd. S Het realiseren van diverse projecten op de Oost-/westflank, het realiseren van woningen boven winkels in het Centrum van de Stad en het realiseren van de nieuwbouw op het Chassépark, zal een grote bijdrage leveren aan de versterking van het wonen in de binnenstad van Breda. Deze voorbeelden geven inzicht in hoe wordt gedacht over en de manier waarop in Breda wordt gewerkt aan het vergroten van de variëteit van woonmilieus. Naast de aandacht voor bouwen en verbouwen zal steeds meer aandacht moeten worden besteed aan veiligheid en het tegengaan van overlast. Er is onlangs werkgroep gestart die voor september 2000 met een voorstel zal komen over terugdringen van woonoverlast. Uit preventief oogpunt zullen nieuw te bouwen woningen moeten voldoen aan diverse keurmerken (politie keurmerk Veilig Wonen en WoonKeur) Concept uitwerking aanvullende opdracht GSB/ISV Gemeente Breda 21 maart 2000 Pagina 8

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 338