Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 11113]
Dienst/afdeling: JZ
Agendapuntnummer 73
Aantal bijlagen:
Betreft:
diverse bezwaarschriften op grond van de Algemene wet bestuursrecht tegen de toepassing van
de Wet voorkeursrecht gemeenten voor het gebied Breda Noord Oost Teteringen.
Op 5 januari 1999 stelden burgemeester en wethouders het voorstel vast als bedoeld in artikel 6
van de Wet voorkeursrecht gemeenten met betrekking tot de vestiging van het voorkeursrecht
op een aantal percelen grond, gelegen in het gebied dat begrepen is in het ontwerp-
structuurplan Breda Noordoost Teteringen.
Tegen dit besluit werd een groot aantal bezwaarschriften ingediend.
Vervolgens bevestigde de raad bij besluit van 27 mei 1999 het voorstel van burgemeester en
wethouders en besloot hij het voorkeursrecht te vestigen op de percelen grond, gelegen in het
inmiddels vastgestelde structuurplan Breda noordoost Teteringen, een en ander op grond van
artikel 2 van de Wet voorkeursrecht gemeenten. Ook tegen dit raadsbesluit werden
bezwaarschriften ingediend.
Op grond van artikel 9a van de Wet voorkeursrecht gemeenten worden bezwaren, welke zijn
ingediend tegen het voorstel van burgemeester en wethouders geacht te zijn gericht tegen het
raadsbesluit, indien het voorstel van burgemeester en wethouders is "overruled" door de raad,
hetgeen hier het geval is.
Aan de orde zijn daarom een groot aantal tegen het raadsbesluit van 27 mei 1999 gerichte
bezwaarschriften.
Op grond van de verordening op de commissie voor de bezwaar-en beroepschriften zijn de
bezwaarschriften ter advisering in handen gesteld van deze commissie. De commissie heeft op 31
maart 1999 en 16 februari 2000 hoorzittingen gehouden en terzake advies uitgebracht.*
Wij stellen u voor om overeenkomstig het advies van de commissie voor bezwaar-en
beroepschriften te beslissen. Dit advies is integraal overgenomen onder de rubriek
motivering/toelichting.
Voorstel
1. de tegen het raadsbesluit van 27 mei 1999 tot de vestiging van het voorkeursrecht op de
gronden, gelegen in het gebied Breda Noordoost-Teteringen, ingediende bezwaarschriften, alle
ongegrond te verklaren.
Motivering/Toelichting
De commissie voor bezwaar-en beroepschriften heeft het volgende overwogen.
Tegen het voorstel van B&W, vastgesteld op 5 januari 1999 en bekendgemaakt in de
Staatscourant van 13 januari 1999, zijn door diverse belanghebbenden op grond van de
Algemene wet bestuursrecht bezwaarschriften ingediend. Op grond van artikel 9a van de Wet
voorkeursrecht gemeenten worden deze bezwaarschriften thans geacht te zijn gericht tegen het
raadsbesluit van 27 mei 1999, waarbij de raad het eerdere voorstel van B&W bevestigde. Ook
tegen dit raadsbesluit zijn diverse bezwaarschriften ingediend.
De commissie voor bezwaar-en beroepschriften heeft op 31 maart 1999 en 16 februari 2000
hoorzittingen georganiseerd, waarbij bezwaarmakenden alsmede vertegenwoordigers van het
gemeentebestuur in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunten toe te lichten. Van deze
hoorzittingen is een verslag opgemaakt.
Inleiding
-1-