Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 11113] Dienst/afdeling: JZ toegedacht. Als zodanig komen ook de gronden van bezwaarde voor aanwijzing in aanmerking. Toetsing van het maatschappelijk belang van in casu een golfbaan vindt plaats in het kader van de ruimtelijke ordening en valt buiten het bestek van de behandeling van het bezwaarschrift. De commissie oordeelt het bezwaarschrift ongegrond. d. C.A.F.van Beek. Bezwaar: Reclamant meent dat verlenging c.q.verkorting van de werkingsduur van het voorkeursrecht in strijd is met eisen van rechtszekerheid. Verder zou nu zijn aangetoond dat de eerste vestiging van het voorkeursrecht (1997) niet noodzakelijk is geweest waardoor de gemeente haar rechten heeft verspeeld. De gemeente blokkeert nodeloos eigendomsrechten en dient de schade te vergoeden. Reactie: Op grond van de toenmalige structuurvisie Breda Noordoost Teteringen vestigde de raad met toepassing van artikel 8 van de Wvg per 22 maart 1997 het voorkeursrecht op de onderwerpelijke gronden. Dit voorkeursrecht had op grond van artikel 8 lid 4 een werkingsduur van ten hoogste 2 jaren. Op grond van artikel 8 lid 5 van de Wvg doen B&W die aanwijzing vervallen ten aanzien van gronden waarop artikel 6 van de Wvg is toegepast en wel met ingang van de inwerkingtreding van het voorstel van B&W (artikel 6 lid 1 en 2 Niets verzet zich ertegen dat na de aanvankelijke vestiging van het voorkeursrecht op grond van artikel 8 van de Wvg, vervolgens, bij veranderd planologisch regime het voorkeursrecht andermaal wordt gelegd, eerst krachtens artikel 6, vervolgens krachtens artikel 2 van de Wvg. De gemeente heeft hierdoor volledig uitvoering gegeven aan de in de Wvg voorgeschreven procedures. De opvatting dat de gemeente onrechtmatig zou hebben gehandeld en deswege tot schadevergoeding gehouden zou zijn kan de commissie voorshands niet delen. Overigens staat dit aspect buiten de behandeling van het hier aan de orde zijnde geschil. De commissie oordeelt de bezwaren ongegrond. e. J.R. Roeling en J.C.W.Roeling-Gemmeke. Bezwaar: Reclamanten maken bezwaar tegen het raadsbesluit omdat zij voornemens zijn zelf of in overleg met een ontwikkelaar hun eigendom te ontwikkelen. Bovendien vinden zij de realisering van het structuurplan dermate laat gepland dat zij bij de huidige vestiging van het voorkeursrecht ontijdig vroeg in hun eigendomsrecht worden beperkt. Het voorkeursrecht is eerst van toepassing zodra de zakelijk gerechtigde overgaat tot vervreemding. De door bezwaarden voorgestane ontwikkeling wordt aldus niet door de vestiging van het voorkeursrecht belemmerd. Het voorkeursrecht is aan diverse wettelijke termijnen gebonden. Zodra het recht is gevestigd op basis van het bestemmingsplan geldt het tot het moment dat de voorgestane bestemming wordt gerealiseerd.. De gedachte realisering rond 2005 behoeft dan ook geen belemmering te zijn voor de huidige vestiging van het recht. Op grond van artikel 2 lid 4 geldt het besluit dat betrekking heeft op in een structuurplan begrepen gronden voor een daarbij te stellen termijn van ten hoogste 2 jaren, behoudens de mogelijkheid van verlenging met ten hoogste één jaar. Reactie: -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 388