Gemeente Breda
Raadsvoorstel
De commissie acht het bezwaarschrift ongegrond.
Registratienr: 11113]
Dienst/afdeling: JZ
j. CJ.Broeken
Bezwaar:
Bezwaarde maakt bezwaar tegen het voorkeursrecht op een tweetal door hem in 1996
verworven en aan zijn eigendom toegevoegde percelen omdat hij bij eventuele verkoop
van zijn bezit een gedeelte aan de gemeente zou moeten aanbieden, hetgeen hem erg
omslachtig voorkomt. Bovendien is aan de betrokken percelen in het
(ontwerp)structuurplan geen functie toegekend.
Reactie:
Ingeval de heer Broeken zijn woning gaat verkopen hoeft hij niet het bedoelde
perceelsgedeelte apart aan de gemeente aan te bieden. Hij kan ermee volstaan zijn
totale bezit aan de gemeente aan te bieden, waarna de gemeente kan beslissen of zij
het geheel wenst aan te kopen. De procedures hiervoor zijn in de aan betrokkenen
toegestuurde bijlagen duidelijk aangegeven. In het (ontwerp)structuurplan is aan het
onderhavige perceelsgedeelte de functie langzaam verkeer/fietsverbinding toegedacht.
De commissie acht het bezwaarschrift ongegrond.
k. F.A.C.M.van Beek
Bezwaar:
Bezwaarde wijst er op dat een aantal, in het bezwaarschrift genoemde percelen, reeds in
december 1996 notarieel in optie zijn gegeven aan Moleneind B.V.en Bouverijen B.V. Het
voorkeursrecht is naar zijn mening daarom niet van toepassing.
Reactie:
De Wet voorkeursrecht gemeenten volgt de juridisch eigenaar, zoals deze in het kadaster
wordt aangewezen. Indien en voorzover er sprake is van een optie die voldoet aan de
eisen van artikel 10 van de Wvg, staat deze de rechtgeldigheid van het voorkeursrecht
nog niet in de weg. Hooguit leidt de optie er toe dat het voorkeursrecht met een beroep
op artikel 10 Wvg kan worden gepasseerd.
I. fam. J.Verschoor-van Eijmeren
Bezwaar:
Bezwaarden sluiten zich aan bij het bezwaarschrift van de fam.Oosterhuis. Zij maken
bezwaar tegen de aanwijzing van een gedeelte van het perceel nr. 1818, omdat de
eventuele onteigening van dit gedeelte het aanzien van het monument Moleneind 25
aantast.
Reactie:
Het bezwaar is van planologische aard en heeft betrekking op het
(ontwerp)structuurplan Breda Noordoost/Teteringen, dat als grondslag dient voor de
vestiging van het voorkeursrecht. Bezwaren tegen dit plan kunnen in een ander kader en
langs een andere procedure aan de orde worden gesteld.
Voorzover het bezwaarschrift aansluit bij het bezwaarschrift van de fam.Oosterhuis mag
worden verwezen naar de reactie van de commissie op dit bezwaarschrift. De commissie
acht de bezwaren ongegrond.
m. Zorgcentrum Zuiderhout en Provincialaat S.V.D.