Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 11113]
Dienst/afdeling: JZ
Bezwaar:
Partijen verwijzen naar eerder gevoerde correspondentie omtrent de eigendommen van
het Missiehuis en releveren onder meer de brief van de gemeente, kenmerk
RME/970004656. Opgemerkt wordt dat reeds in 1992 bij notariële acte een
voorkeursrecht ten gunste van de Stichting Zorgcentrum Zuiderhout is gevestigd.
Reactie:
Indien inderdaad vóórdat het voorkeursrecht is gevestigd bij notariële acte een
overeenkomst als door bezwaarden bedoeld is gesloten, zou het bepaalde in artikel 10
van de Wvg toepassing kunnen hebben. Dit laat echter de mogelijkheid van het vestigen
van het voorkeursrecht op grond van de Wvg onverlet.
De commisie acht de bezwaren ongegrond.
n. Nauta Dutilh namens de heer en mevr.Wielenga
Bezwaar:
Bezwaarden maken bezwaar tegen de vestiging van het voorkeursrecht op de percelen C
2238 en 2239, eigendom van betrokkenen en gesitueerd in de nabijheid van hun
boerderij. Zij vrezen op termijn splitsing van hun percelen en zouden om dit te willen
voorkomen bereid zijn met de eigenaresse van een belendend perceel een deal te
sluiten, waarbij geprojecteerde bouwblokken op het perceel van bezwaarden zouden
worden gesitueerd op het laatst bedoelde perceel, waarna zelfrealisatie aan de orde zou
zijn.
Reactie:
Het onderhavige bezwaar richt zich in hoofdzaak op de in het (ontwerp)structuurplan
gelegde bestemmingen. Als zodanig dient dit bezwaar in een ander kader en langs een
andere procedure te worden afgewikkeld. Voorzover betrokkenen aanbieden om
bepaalde bestemmingen in eigen beheer te realiseren, wordt opgemerkt dat de
vestiging van het voorkeursrecht op zich zelf niet aan zelfrealisatie in de weg staat. Of
langs de weg van onderhandelingen tussen de gemeente en betrokkenen een oplossing
kan worden gevonden betreft geen aangelegenheid waarover in het kader van déze
procedure een uitspraak kan worden gedaan.
De commissie acht de bezwaren ongegrond.
o. Chr.A.van Beek
Bezwaar:
Bezwaarde verwijst naar zijn eerder tegen het voorstel van B&W ingediende
bezwaarschrift, hierboven behandeld onder d.
Reactie:
Publicatie van het door de raad gevestigde raadsbesluit heeft plaatsgehad in de
Staatscourant van 2 juni 1999. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de
voorgeschreven wijze van bekendmaking bezwaar maken, zodat een bezwaarschrift
uiterlijk 15 juli 1999 moet zijn ingediend. Onderhavig bezwaarschrift is op 18 juli 1999,
derhalve te laat ingediend. Het bezwaarschrift is daarom niet-ontvankelijk. Overigens
wordt het bezwaarschrift, dat door reclamant eerder op 7 februari 1999 is ingediend
geacht te zijn gericht tegen het onderhavige raadsbesluit en is reclamant inzoverre wél
te ontvangen. Ten aanzien van de inhoudelijkheid van dit bezwaarschrift wordt
verwezen naar de onder d.gegeven reactie. De commissie acht het bezwaarschrift
ongegrond.
-6-