>w
Gemeente Breda Registratienr: 11113]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: JZ
p. A.J.M.Balemans
Bezwaar:
Bezwaarde verwijst naar zijn eerder tegen het voorstel van B&W ingediende
bezwaarschrift, hierboven behandeld onder c.
Reactie:
Verwezen wordt naar de onder c.gegeven reactie. De commissie acht het bezwaarschrift
ongegrond.
q. dhr.en mevr.Drenth-Ansems
Bezwaar:
1. Als gevolg van de planontwikkeling blijft te weinig grond over, zodat geen paarden
meer kunnen worden gehouden;
2. Door het bouwen van huizen op het perceel wordt een ecologisch waardevol gebied
vernield;
3. Verwerving van de kassen van de heer Van Haperen is voor de gemeente te kostbaar;
4. Door onteigening van 6000 m2 grond, ontstaat een onevenwichtige structuur tussen
boerderij en de resterende grond;
5. Vanwege het vroege tijdstip van vestiging van het voorkeursrecht in relatie tot de
planvorming, blijft men gedurende een lange periode afhankelijk van de gemeente
Breda.
Reactie:
De onder 1,2 en 4 genoemde bezwaren richten zich niet tegen het voorkeursrecht
maar tegen het structuurplan Breda Noordoost/Teteringen. Deze bezwaren van
planologische aard worden in een ander kader behandeld en blijven hier buiten
verdere beschouwing.
Het onder 3. genoemde bezwaar ziet op een ander perceel dan het perceel waarop
het onderhavige voorkeursrecht betrekking heeft. De gemeente is verplicht bij de
voorbereiding van een bestemmingsplan onderzoek te doen naar de economische
uitvoerbaarheid van het plan. De schadeloosstelling komt pas bij de verwerving
c.q.onteigening aan de orde.
Het is juist dat grondeigenaren bij de vestiging van een voorkeursrecht en de
bestendiging daarvan gedurende geruime tijd in een rechtsrelatie tot de gemeente
komen te staan. De gemeente maakt echter op correcte wijze gebruik van de haar
gegeven wettelijke mogelijkheden.
De commissie acht het bezwaarschrift ongegrond.
r. ir.P.C.BIoemendaal
Bezwaar:
Bezwaarde maakt bezwaar tegen de vrijheidsbeperking als gevolg van het
voorkeursrecht. Voorts hekelt bezwaarde het gebrek aan kennis en inzicht bij de
gemeente tenzake van de planvorming, onder meer omdat bij verwerving van het met
het voorkeursrecht belaste perceel(sgedeelte) een breuk met de bestaande
woning/boerderij ontstaat.
Reactie:
De gemeente maakt gebruik van de mogelijkheden welke de wetgever haar ter
uitvoering van haar ruimtelijk beleid heeft gegeven. Overigens legt het voorkeursrecht
slechts een beperking op ten aanzien van de vrije verkoopbaarheid van het eigendom.