Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 11568] Dienst/afdeling: BRUITV Onder de categorie nr. 3 vallen de niet aangesloten panden die eigenlijk al op de bestaande riolering aangesloten hadden moeten zijn. Het is niet meer te achterhalen, waarom deze panden (nog) niet op de riolering zijn aangesloten. Op grond van de gemeentelijke Bouwverordening, betreft het hierbij panden waarbij de bestaande gemeentelijke riolering binnen een afstand van 40 meter van het pand ligt. Op basis van dit criterium gaat het hierbij om 38 niet aangesloten panden (de desbetreffende panden staan vermeld in de vertrouwelijke bijlage nr. 3*). De dienst R.M.E. i.e. de afdeling Bouw- en woningtoezicht zal ervoor zorgdragen dat de onder deze categorie vallende niet aangesloten panden op de bestaande riolering worden aagesloten (zie ook hierna onder juridische consequenties). Consequenties De nettokosten van de aanleg van een rioleringsstelsel in het buitengebied t.b.v. het op de riolering aansluiten van 41 panden worden geraamd op f 632.700,- (te weten f 718.200,-minus te verwachten subsidies ad. f 85.500,-). Een nadere specificatie van deze kostenramingen staat vermeld in de vertrouwelijke bijlage nr.1. In het Meerjareninvesteringsplan 1999-2001 is voorzien in de dekking voor deze uit te voeren werken in het kader van het Rioolbedrijfsplan II (1999-2003). In de jaarschijf 1999 van het Plan is een bedrag van f 1.000.000,- opgenomen voor de aanleg van riolering op het bedrijventerrein Nieuwe Bredasebaan en in het buitengebied (waaronder de Hartel). Voor de aanleg van riolering op het bedrijventerrein Nieuwe Bredasebaan is onlangs een krediet gevoteerd van f 315.000,- Voor de aanleg van riolering in het buitengebied is derhalve nog een bedrag van f 685.000 beschikbaar. De aanleg van het hierbedoelde rioleringsstelsel in het buitengebied heeft met ingang van 2001 gevolgen voor de onderhoudsbegroting. Voor 2001 worden deze onderhoudskosten geraamd op f 10.000,- (prijspeil 2000). Deze kosten passen binnen de meerjarenexploitatieramingen van het Rioolbedrijfsplan II (1999- 2003). In de concernbegroting van 2001 zal met deze kosten rekening worden gehouden waarbij tevens rekening zal gehouden moeten worden met de inkomsten van het rioolrecht als gevolg van de op dat moment nieuw aangesloten panden. Volgens de wet Milieubeheer, het lozingsbesluit Bodembescherming en het lozingsbesluit Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (W.V.O. huishoudelijk afvalwater) moeten alle ongezuiverde lozingen in het buitengebied uiterlijk in 2005 worden beëindigd. Het provinciale beleid is erop gericht om met name in, vanuit milieuhygiënisch oogpunt, kwetsbare gebieden (aandachts- of wateringsgebieden) de ongezuiverde lozingen uiterlijk in 2002 te beëindigen. Het Provinciale subsidiebeleid is daarop afgestemd. Het is de bedoeling om de voorgestelde gemeentelijke rioleringswerken in het Bredase buitengebied in 2000 uitte voeren. Dit geeft de betrokken eigenaren van de 41 niet aangesloten panden naar verwachting voldoende gelegenheid om de daadwerkelijke aansluiting op de gemeentelijke riolering tijdig te realiseren. Voor de 22 panden in de aandachts- of waterwingebieden geldt als einddatum 2002 en voor de 19 panden in de niet- bijzondere gebieden sluit deze termijn in 2005. De afdeling Bouw- en woningtoezicht zal de hiernavolgende werkwijze hanteren: Categorie 3: niet aangesloten panden binnen 40 meter van de bestaande riolering financieel juridisch -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 399