m
Gemeente Breda Registratienr: 11817]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: WOA
Betreft:
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer 83 Aantal bijlagen: 1
Uitwerkingsnotitie en bestedingsplan onderwijskansenbeleid 2000-2001
Inleiding
In mei 1998 heeft uw raad het Onderwijsachterstandenplan 1998-2002 vastgesteld, getiteld 'Kansen
voor Kinderen'. Dit plan bevat de ambities, doelstellingen en speerpunten van het Bredase
onderwijskansenbeleid voor de planperiode 1998-2002. Ter uitvoering van dit plan stelt uw raad
jaarlijks een Uitwerkingsnotitie, inclusief bestedingsplan, vast. De bijgaande uitwerkingsnotitie
heeft evenals voorgaande jaren een beleidsmatig gedeelte en een (financieel)
bestedingsplangedeelte.
In het beleidsmatige gedeelte wordt, naar aanleiding van onderzoek naar de effectiviteit van het
onderwijskansenbeleid en de conclusies en aanbevelingen van het Sociaal Cultureel Planbureau in de
Rapportage Minderheden 1999, aangekondigd dat wij maximaal willen inzetten op het realiseren
van een sluitende aanpak voor kinderen van 0 tot 6 jaar, met name in de zogenoemde
aandachtsbuurten. In het bestedingsplan voor het schooljaar 2000-2001 wordt op enkele onderdelen
reeds op deze accentverschuiving in het beleid geanticipeerd. Over de verdere uitwerking van dit
voornemen wordt op dit moment overleg gevoerd met de betrokken scholen en instellingen en
SPRONG. In het bestedingsplan voor het schooljaar 2001-2002 zullen de consequenties van deze
accentverschuiving nog beter zichtbaar zijn.
1. De bijgaande Uitwerkingsnotitie onderwijskansenbeleid 2000-2001, inclusief
bestedingsplan, tot een totaalbedrag van 3.614.608,- conform vaststellen.
2. Gelet op de Wet op het Primair Onderwijs en de Wet op het Voortgezet Onderwijs, er
kennis van nemen dat voor de uitvoering van het onderwijskansenbeleid in de tweede
helft van het schooljaar 2000-2001 (i.e. 2001) en het schooljaar 2001-2002 (i.e. 2001 en
2002), per begrotingsjaar de volgende bedragen in principe beschikbaar zijn (indicatief):
2001 ƒ3.688.713,-
2002 2.332.487,- (t/m 1 augustus 2002 - 7/12e deel)
3. Over het beschikbaar stellen van de bij punt 2 genoemde bedragen, bij de behandeling
van de betreffende begroting, expliciet besluiten te nemen.
Je kan vandaag de dag de krant niet openslaan of er wordt gesproken over de zorgelijke
schoolprestaties van met name allochtone leerlingen. Voor leerlingen van laag opgeleide ouders
speelt een soortgelijke problematiek. Dit was natuurlijk al langer bekend, maar blijkt nu actueler
dan ooit. Hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. In het perspectief van de
informatie- en kennismaatschappij is men zich er steeds meer van bewust wat het belang is van
goed opgeleide arbeidskrachten. De opleidingseisen zullen steeds hoger gelegd (moeten)
worden. Aangezien de (allochtone) risicoleerling van nu straks een groot deel van de
arbeidsmarkt uitmaakt (in Breda inmiddels een derde van de basisschoolpopulatie), is het van
groot economisch en maatschappelijk belang dat zij het onderwijs met een diploma verlaten,
dat aansluit bij de hoge eisen die de toekomstige arbeidsmarkt stelt. Recente onderzoeken
tonen aan dat het onderwijs er onvoldoende in slaagt om deze risicogroepen goed op te leiden.
Er is nog steeds sprake van een gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal, sociaal-
emotionele problematiek etc. Dit zijn belangrijke belemmeringen voor een succesvolle
schoolloopbaan. Zittenblijven, ongeoorloofd schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten zijn het
gevolg. De extra inspanningen vanuit het voormalige onderwijsvoorrangsbeleid hebben helaas
niet bij kunnen dragen aan het verminderen van deze problematiek. Met andere woorden: het is
tijd voor herbezinning op het bestaande beleid.