4. AANBEVELINGEN Op basis van de audit gericht op de 9 door ons geanalyseerde projecten komen wij tot de volgende aanbevelingen voor verbetering van het arbeidsmarkt- en activeringsbeleid. Deze aanbevelingen zijn sterk gebaseerd op de ervaringen van uitvoerders en de resultaten van de projecten. De aanbevelingen sluiten voor een deel aan bij de conclusies en geformuleerde actiepunten in de nota arbeidsmarktbeleid van de gemeente Breda. Mede daarom is het volgens ons, ook gelet op de kwetsbare doelgroep van het beleid, zaak om deze aanbevelingen op korte termijn op te pakken. Op basis van de beschrijvingen in het bijlagenboek kunnen meer aanbevelingen worden geformuleerd dan wij in dit hoofdstuk doen. Wij hebben ons in deze eindrapportage beperkt tot de meer algemene aanbevelingen die op vrijwel alle geanalyseerde projecten betrekking hebben. 1De regierol van de gemeente versterken. Door meer tijd vrij te maken binnen de ambtelijke organisatie en een sterke verbetering van de informatievoorziening op initiatief van de gemeente, kunnen de verschillende projecten beter worden aan- en bijgestuurd. Een sterkere regierol van de gemeente is een belangrijke voorwaarde voor het gerichter en bewuster werken aan het terugdringen van de groep bijstandsgerechtigden in de fasen 3, 4 en 0 of sociale activering van een substantieel deel van deze groep. Mede hierdoor kunnen bewuster doelstellingen worden gefor muleerd. Ook kunnen projecten jaarlijks beter worden geëvalueerd. 2. In het verlengde van het versterken van de regierol dient vanuit de gemeente (dienst SAW) op korte termijn een periodiek samenwerkingsoverieg te worden opgestart. Een aantal knelpunten gesignaleerd in deze audit (zie ook het bijlagenboek) kan daarmee op korte termijn worden beperkt, bijvoorbeeld: beter inzicht in de behoefte aan doorstroommogelijkheden vanuit het ene naar het andere project (bijvoorbeeld doorstroom van een scholingstraject naar een gesubsidieerde arbeidsplaats); betere benutting van de beschikbare capaciteit (onderbenutting bij de RWS en binnen Melkert- 3 oplossen door een relatie te leggen met eventuele wachtlijsten of uitvallers in andere projecten). Voor dit overleg dienen onder andere de uitvoerders van de 9 door ons geanalyseerde projecten te worden uitgenodigd. Een suggestie is om de uitkomsten van deze audit (inclusief de inhoud van het bijlagenboek) op één van de eerste bijeenkomsten te bespreken. 3. Net zoals in de referentiegemeenten werken met duidelijke kwantitatieve doelstellingen ten aanzien van de verschillende (mede) door de gemeente gefinancierde projecten. Hierbij kan gewerkt worden met één "overall" doelstelling voor door- en uitstroom zoals in Apeldoorn. Deze doelstelling kan vervolgens verder worden uitgesplitst per project. Op basis van dergelijke heldere geaggreerce doelstellingen wordt het voor het gemeentebestuur eenvoudiger om de gerealiseerde effecten van het beleid te volgen. De nagestreefde effecten binnen het door ons geanalyseerde beleidsterrein worden mede beïnvloed door externe factoren, waar de uitvoerders van de projecten geen of weinig vat op hebben (bijvoorbeeld de economische ontwikkeling). Mede daarom dienen heldere effectdoelstellingen in de visie van K+V niet primair te worden gehanteerd om uitvoerders af te rekenen, maar dient de nadruk te liggen op het gezamenlijk analyseren van de mate van doelbereiking. Hierbij dient in samenwerking te worden gestreefd naar optimalisering van de effectdoelsteiiingen. Eindrapportage Audir Doeltreffendheid van werkgelegenheidsprojecten GBA.QO pagina o

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 475