9. Een aantal deelnemers (zie het tweede overzicht in hoofdstuk 6) valt uit. Een deel valt uit
vanwege een gebrek aan motivatie. Een oplossing hiervoor hebben wij niet. Bij ons komt wel
de vraag op: hoe wil de gemeente met deze uitval om gaan? De bestaande projecten sluiten
waarschijnlijk niet voldoende aan bij de mogelijkheden en behoeften van de deelnemers die
uitvallen5.
10. Slechts een deel van de totale doelgroep van de geanalyseerde projecten (fase 3, 4 en 0) is
bereikt. Een vraag is welk deel van deze doelgroep het gemeentebestuur op termijn wil
bereiken. Is dit de gehele doelgroep of een bepaald deel daarvan? Beantwoording van deze
vraag heeft gevolgen voor de middelen die voor dit beleid worden ingezet.
11. Wat is de toekomstvisie van de gemeente op de gesubsidieerde arbeidsplaatsen (additionele
arbeid)? In andere gemeenten speelt deze discussie ook6. Wordt binnen deze gesubsidieerde
arbeidsplaatsen gestreefd naar een uitstroom op termijn voor alle deelnemers, of is de inzet
van de gemeente dat wordt geaccepteerd dat een groot deel van de huidige deelnemers voor
een langere termijn in du type projecten blijft participeren?
De RWS is in 1999 bijvoorbeeld gestart met een traject gericht op motivatie-training.
In het weekblad Binnenlands 3estuur zijn recent artikelen geplaatst over deze discussie in de gemeente Amsterdam
Eindrapportage. Audit: Doeltre.'fendheid van werkgelezen he lesprojecten
GBA.Ö9
pagina 9