Gemeente Breda Raadsvoorstel Reglstratienr: 12252] Dienst/afdeling: JZ Motivering/Toelichting 1. Wijzigingen in verband met de Wet Victoria en de Wet Damocles. Wet Victoria Sinds de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 28 augustus 1995 is het duidelijk dat de sluiting van een woning niet gebaseerd kan worden op een autonome gemeentelijke verordening. De Wet Victoria legt in artikel 174a van de Gemeentewet de bevoegdheid neer om een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten indien er sprake is van een verstoring van de openbare orde. Deze verstoring van de openbare orde moet zodanig zijn dat er sprake is van onhoudbare overlast die ernstige risico's inhoudt voor de veiligheid en de gezondheid van de personen in de omgeving van de woning of het voor het publiek toegankelijke lokaal. Met name wordt bij het gebruiken van deze bevoegdheid gedacht aan sluitingen in verband met drugsoverlast. De burgemeester dient zich bij de toepassing van de sluitingsbevoegdheid te houden aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Het subsidiariteitsbeginsel houdt in dat onderzocht moet worden of er geen andere, minder ingrijpende middelen zijn, die kunnen leiden tot het beoogde doel. Het sluiten van de woning is dus het ultimum remedium. Om te voldoen aan het proportionaliteitsbeginsel moet worden aangetoond dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer evenredig is met het wettig nagestreefde doel. Dit betekent dat eisen worden gesteld aan de duur van de sluiting. Bij de toepassing van de sluitingsbevoegdheid zal daarnaast afstemming moeten plaatsvinden met het Openbaar Ministerie. De toepassing van het strafrecht en de bestuursrechtelijke sluiting sluiten elkaar namelijk niet uit. Wet Damocles De wet Damocles biedt de burgemeester de rechtstreeks op de Opiumwet gebaseerde bevoegdheid om door middel van bestuursdwang op te treden tegen de verkoop van drugs vanuit voor publiek toegankelijke inrichtingen. De sluiting van voor publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven kan na invoering artikel 13b Opiumwet niet meer gebaseerd worden op de sluitingsbevoegdheid in gemeentelijke verordeningen. Deze sluitingsbevoegdheid is namelijk op basis van artikel 122 Gemeentewet van rechtswege vervallen. De nu in de APV Breda 1997 opgenomen sluitingsbevoegdheid kan derhalve nu feitelijk worden geschrapt. De in de APV Breda 1997 opgenomen bevoegdheid om voor het publiek toegankelijke lokalen te sluiten indien daar door misdrijf verkregen verkregen voorwerpen te koop worden aangeboden, verkocht of bewaard dan wel indien zich daar andere feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van deze plaats gevaar oplevert of kan opleveren voor de openbare orde, dient te worden gehandhaafd. Inhoud wijziging De Wet Victoria en de Wet Damocles zien op de bevoegdheid om een woning of een voor het publiek toegankelijk lokaal te sluiten. De panden dienen gesloten te worden door het dicht timmeren van de toegang en eventueel de ramen of het aanbrengen van een zegel. Het verbreken van de zegel levert een misdrijf op grond van artikel 199 van het Wetboek van Strafrecht op. De Wet Victoria en de Wet Damocles voorzien echter niet in een verbod om een pand dat niet verzegeld is of een pand waarvan het het zegel reeds verbroken is te betreden. Om een effectief sluitingsbeleid te kunnen voeren en op te kunnen treden tegen personen die een gesloten pand betreden, is het gewenst om een verbodsbepaling in de APV op te nemen. 2. Wijzigingen in verband met de Wet Bestuurlijke Ophouding. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 480