Toelichting Verordening tot wijziging van de Drank-en Horecaverordening Breda 1997 Artikel 18 van de (gewijzigde) Drank- en Horecawet geeft de gemeente de bevoegdheid een verordening vast te stellen op basis waarvan het onder meer mogelijk is de verstrekking van alcoholhoudende dranken tijdelijk te beperken. In de jurisprudentie (o.a. AB 1989/154, AB 1991/532) is er op gewezen dat de Burgemeester zorg dient te dragen voorde uitvoering van een verordening op grond van artikel 18 van de Drank- en Horecawet. Daarom is de Burgemeester aangewezen als bevoegd orgaan. De aan de burgemeester toegekende bevoegdheden kunnen worden geactiveerd in geval van een bijzondere gebeurtenis die door de aard of de publiekstrekkende werking vanuit een oogpunt van openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of de volksgezondheid om een nadere ordening vraagt. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan (grootschalige) evenementen zoals bijvoorbeeld voetbalwedstrijden, optochten en kermissen, waarbij ongeregeldheden worden verwacht. Deze artikelen geven de Burgemeester de bevoegdheid voor een bepaalde door hem aan te wijzen periode de mogelijkheden voor het verstrekken van alcoholhoudende drank vanuit inrichtingen en onder andere winkels te beperken. De frase 'anders dan om niet' ziet ook op situaties waarbij de betaling niet rechtstreeks gekoppeld is aan de verstrekking van alcoholhoudende drank. Alleen de verstrekking van alcoholhoudende drank- al dan niet bedrijfsmatig- geheel zonder commerciële bijbedoeling, valt buiten de reikwijdte van dit onderdeel. De bepaling beoogt tevens te voorkomen dat het opgelegde verbod door bepaalde constructies wordt omzeild. Artikel 6a lid 1 geeft de Burgemeester de bevoegdheid om voor een bepaalde tijd de verstrekking van alcoholhoudende dranken in of vanuit inrichtingen te beperken. Voor slijterijen kan op grond van sub b de verstrekking van sterk-alcoholhoudende dranken worden beperkt. Artikel 6a lid 2 geeft de Burgemeester de algemene bevoegdheid het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende dranken te beperken. Dit geldt voor alle inrichtingen in de zin van de Drank- en Horecawet en ook voor alle overige inrichtingen zoals bijvoorbeeld winkels of bedrijfsgebouwen. De gronden voor de activering van het verbod van 6a leden 1 en 2 zijn genoemd in artikel 6b. Het verbod van lid 2 grijpt meer in het maatschappelijk verkeer in dan dat verbod van lid 1De Burgemeester zal bij een aanwijzing rekening dienen te houden met eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. Dit is tot uitdrukking gebracht in de toevoeging 'dringend' in het laatste gedeelte van artikel 6b, eerste volzin. De bevoegdheid van artikel 6b sluit aan bij de burgemeestersbevoegdheden van artikel 174 Gemeentewet inzake het toezicht op openbare samenkomsten en vermakelijkheden en de uitvoering van verordeningen inzake dit toezicht. De omstandigheden waaronder van de bevoegdheid gebruik zal worden gemaakt vragen een snelle procedure en een orgaan dat hiervoor is geschikt. De raadplegingsprocedure van artikel 6b geeft waarborgen voor een goede oordeelsvorming dat een situatie die de activering van een verbod vordert zich inderdaad en in voldoende mate voordoet. Artikel 6c geeft de Burgemeester de mogelijkheid te bepalen dat de verboden van artikel 6a slechts gelden voor bepaalde gedeelten van de gemeente. De in artikel 6d genoemde strafmaat is gebaseerd op artikel 154 lid 1 van de Gemeentewet. Overtreding van het verbod van artikel 6a kan een intrekkingsgrond opleveren voorde op basis van de Drank- en Horecawet verleende (exploitatie)vergunningen. In de verordening is geanticipeerd op de mogelijkheden die het gewijzigde artikel 18 van de Drank- en Horecawet biedt. Het huidige artikel 18 biedt nog geen mogelijkheden voor het algemene alcoholverbod van artikel 6a lid 2. De werking daarvan wordt gekoppeld aan de inwerkingtreding van de wijziging van artikel 18 van de Drank- en Horecawet. Er is voor gekozen de artikelen 6a en volgende toe te voegen aan Hoofdstuk II van de huidige Drank en Horecaverordening Breda 1997. Hierdoor wordt voorts tot uitdrukking gebracht dat de bestaande artikelen 3 t/m 6 ook op basis van het nieuwe artikel 18 van de (gewijzigde) Drank-en Horecawet hun gelding behouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 533