Artikel 4 Voorschriften en beperkingen bij instemming Artikel 5 Zakelijk karakter instemmingsbesluit Artikel 6 Melding wijziging Artikel 7 Overgangsbepaling Artikel 8 Inwerkingtreding Artikel 9 Citeertitel is (zijn) met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden. 3 Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige. 4 Het college kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de melding worden verstrekt. 1. Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de: a. openbare orde; b. het voorkomen of beperken van schade of overlast; c. de bruikbaarheid van de openbare gronden; d. het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden; e. het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden; f. de belemmering van doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden; g. de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving; h. de bescherming van groenvoorzieningen. 2. Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college in ieder geval aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperking verbinden over het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, en een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit. 3. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de "Standaardbepalingen werkzaamheden telecom- en omroepbedrijven" zoals vastgesteld en eventueel nadien gewijzigd door het college. Indien de kabel wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel van de oude aanbieder over op de nieuwe aanbieder. De aanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of het feit dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in of op openbare gronden. De aanwezigheid van kabels en kabelwerken in of op openbare gronden, voorzover deze zijn aangelegd met toepassing van hoofdstuk VI van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, dient door de aanbieders binnen een jaar na inwerkingtreding van deze verordening te worden gemeld aan het college via het aanmeldingsformulier als genoemd in artikel 3, tweede lid. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop deze verordening is bekendgemaakt. Deze verordening wordt aangehaald als Telecommunicatieverordening Breda 2000

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 601