Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 12387]
Dienst/afdeling: HSL
In de voorliggende aanvulling op het Tracébesluit stelt de Projectorganisatie voor om het
koetshuis te bereiken via een apart weggetje, aan de onderberm van het A16-talud.
Zowel de eigenaar van het landhuis als de eigenaar van het koetshuis hebben bezwaar tegen
deze oplossing en komen beiden, onafhankelijk van elkaar, tot het voorstel om de onsluiting van
het koetshuis aan de westzijde, langs het eikenlaantje te situeren.
De Gemeente Breda heeft altijd al, vanaf de allereerste ontwerpen, gepleit voor zoveel mogelijk
behoud van het landgoed Lindenborgh. Op de ontsluiting voor landhuis en koetshuis is uitvoerig
gestudeerd. Onlangs, na het uitkomen van onderhavig ontwerp-Tracebesluit (aanvulling III), zijn
nog gesprekken gevoerd tussen de Projectorganisatie en beide eigenaren, op basis van een
voorstel van een landschapsarchitect. Daaruit blijkt dat de ontsluiting via de onderberm van de
A16 geen verdere aantasting van het landgoed veroorzaakt. Het aanbrengen van een damwand,
zoals één van de eigenaren heeft gesuggereerd, zou geen verbetering betekenen. Integendeel,
de kans bestaat dat een zware damwand juist afbreuk doet aan de groeimogelijkheden van de
huidige bomen. Daarnaast is een forse damwand visueel niet aantrekkelijk. Het ware beter om,
zoals de projectorganisatie voorstelt, het talud verder aan te planten, zodat de verstoringen aan
het landgoed als gevolg van de A16, zoveel mogelijk gecompenseerd wordt.
Overigens zijn er van de zijde van de gemeente ook geen bezwaren om de ontsluiting via het
eikenlaantje aan te leggen, indien de Projectorganisatie met beide eigenaren over deze
oplossing overeenstemming bereikt.
Voorgesteld wordt planologische medewerking te verlenen, waarbij de oplossing via het
eikenlaantje niet wordt uitgesloten. Voorwaarde blijft om de verstoringen aan het landgoed
vanwege de A16 met nieuwe aanplant zoveel mogelijk te compenseren.
Hazeldonksestraat
De situatie van de Hazeldonksestraat dient in twee delen gezien te worden
a. Het aan te passen en nieuw aan te brengen viaduct over de A16 respectievelijk over de HSL,
inclusief de directe afrit aan westelijke zijde, gelegen op Bredaas grondgebied;
b. De aansluiting van de afrit op de Hazeldonksestraat, gelegen op grondgebied van gemeente
Zundert.
De Raad van State heeft geoordeeld dat niet vaststaat dat de voorgestelde oplossing voldoende
verkeersveilig is. Zij heeft daarbij het gehele gedeelte, inclusief het viaduct zelf, uit het
Tracébesluit gehaald.
De Projectorganisatie heeft daarop alternatieven ontwikkeld, voorgelegd aan betrokkenen en
gemeente Zundert, en middels het voorliggende aanvullende ontwerp-tracébesluit een keuze
gemaakt.
Veel bewoners en ook de gemeente Zundert zelf maken bezwaar tegen de gekozen oplossing.
Geen van de alternatieven, inclusief de voorgestelde oplossing, betreft een wijziging van het
viaduct zelf, of van de afrit aan westelijke zijde, gelegen op Bredaas grondgebied. De varianten
treffen Zundertse belangen; voor de gemeente Breda zijn er geen directe belangen. Wel hebben
wij opmerkingen gemaakt ten aanzien van de (groene) aankleding van de rotonde.
Inmiddels, 22 juni '00, is bekend dat de gemeente Zundert planologische medewerking heeft
geweigerd. Naar aanleiding hiervan heeft op 15 juni 2000 bestuurlijk overleg plaatsgevonden
tussen provincie (gedeputeerde Van Vugt), gemeente Zundert (wethouder V.d. Kloot), de
Inspectie Ruimtelijke Ordening, Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant en de Projectorganisatie
HSL/A16. De conclusie van dit gesprek was dat de projectorganisatie het huidige OTB-voorstel
voor de rotonde Hazeldonksestraat zal terugtrekken en met een nieuw OTB-voorstel zal komen.
Dit is bevestigd in een brief van 16 juni 2000 van de Projectorganisatie HSL/A16 aan de provincie.
Derhalve kan geconstateerd worden dat op dit onderdeel geen voorstel van de
Projectorganisatie meer bestaat, en dat een verzoek om planologsche medewerking op dit
moment niet aan de orde is.
-3-