Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 12440]
Dienst/afdeling: JZ
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Consequenties
Communicatie
Commissiebehandeling
Agendapuntnummer 122
Aantal bijlagen:
Het vaststellen van het bestemmingsplan Uitbreiding Effen.
Het plangebied van het ontwerp-bestemmingsplan "Uitbreiding Effen" wordt aan de zuidzijde
begrensd door de Effenseweg, aan de westzijde door de Rijsbergseweg, exclusief de gronden
van de basischool en de R.K.-kerk. De oostgrens van het plangebied loopt langs de perceelsgrens
van Effenseweg nr. 41. De noordelijke plangrens loopt langs de doodlopende aftakking van de
parallelweg van de Rijsbergseweg overeenkomstig de begrenzing van de inpassingszone langs
de verlegde A16.
Het bestemmingsplan is ontwikkeld om een locatie te vinden waar voornamelijk HSL/A16-
gedupeerden een nieuwe woning kunnen laten realiseren.
Te besluiten tot vaststelling van het bestemmingsplan "Uitbreiding Effen", een en ander
overeenkomstig het bij dit voorstel behorend concept-raadsbesluit.
Zoals hiervoor reeds vermeld, is het ontwerp-bestemmingsplan "Uitbreiding Effen" ontwikkeld
om o.a. huidige bewoners in het buurtschap Effen, die in het kader van het HSL/A16-project
dienen te verhuizen, in de directe omgeving van de kern Effen een nieuwe woning te kunnen
doen realiseren.
Hiervoor is aansluitend aan het huidige woongebied Effen een locatie gekozen ten noorden van
de Effenseweg en is een ontwerp-bestemmingsplan opgesteld.
Het ontwerp-bestemmingsplan "Uitbreiding Effen" heeft met ingang van 3 april 2000
gedurende 4 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn geen
zienswijzen ingediend.
Economische uitvoerbaarheid.
Het plan is economisch uitvoerbaar en voor een nadere toelichting hierover wordt verwezen
naar hoofdstuk 6 van de bij het bestemmingsplan behorende toelichting.
In het kader van het vooroverleg ex artikel 10 BRO zijn de door de adviesinstanties gemaakte
opmerkingen verwerkt in het bestemmingsplan. Voor een nadere toelichting wordt verwezen
naar hoofdstuk 8 van de bij het bestemmingsplan behorende toelichting.
Juridische
Op grond van het bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening kunnen alleen diegenen die
kunnen aantonen niet in de gelegenheid te zijn geweest om zienswijzen bij de gemeenteraad
kenbaar te maken, bedenkingen inbrengen bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en
eventueel daarna beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Een inspraakavond is gehouden op 26 januari 1999.
De tervisielegging van de vaststelling van het bestemmingsplan zal zo spoedig mogelijk
aangekondigd worden in de Staatscourant en het Stadsblad.
De commissie Ruimtelijke Ordening kan zich met dit voorstel verenigen.
-1-