Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: [8601] Dienst/afdeling: RME/3Z Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer 123 Aantal bijlagen:- - Het afwijzen van een verzoek om planschadevergoeding. Door de heer P.H.C. de Bont, Kraaijenbergsestraat 11 te Ulvenhout, werd een verzoek om planschadevergoeding* ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ingediend. Verzoeker is van mening dat door het gerealiseerde woningbouwplan achter en schuin achter zijn woning er sprake is van een fikse waardevermindering van zijn pand. Bovendien is hij van oordeel dat door het aanbrengen van een derde bouwlaag op de gerealiseerde woningen de privacy fors wordt aangetast.. Te besluiten het verzoek om planschadevergoeding van de heer P.H.C. de Bont, Kraaijenbergsestraat 11 te Ulvenhout, af te wijzen een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorend concept-raadsbesluit. De raad van de voormalige gemeente Nieuw-Ginneken heeft in zijn vergadering van 21 december 1993 het bestemmingsplan Kraaijenberg vastgesteld. Bij besluit van 4 juli 1994 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant dit bestemmingsplan goedgekeurd. Bij uitspraak van 23 november 1995 nr. 94.0378 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. In het bestemmingsplan Kraaijenberg hebben het perceel van verzoeker en het direct achter en schuin achter zijn woning gelegen perceel, waarop het door hem in zijn verzoek om planschadevergoeding vermelde woningbouwplan is gerealiseerd, de bestemming Woongebied (nader uit te werken) W-U. Bij besluit van de raad van de voormalige gemeente Nieuw-Ginneken van 25 juni 1996 werd artikel 4 van het bestemmingsplan Kraaijenberg als volgt gewijzigd: 1. Van het bestemmingsplan Kraaijenberg Artikel 4 Woongebied (nader uit te werken) W-U onder I Voorschriften omtrent bebouwing lid 2 als volgt te wijzigen: "Het bouwen op deze gronden mag geschieden vanaf 1996, als het bouwplan past in een concept-uitwerkingsplan, het bouwplan 14 dagen ter visie heeft gelegen en -indien tijdens de tervisielegging bezwaren zijn ingediend-vooraf van Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen. Het bepaalde in artikel 10 lid 2 en 3 is van overeenkomstige toepassing op de hiervoor bedoelde tervisielegging". 2. Van het bestemmingsplan Kraaijenberg Artikel 4 Woongebied (nader uit te werken) W-U onder II Voorschriften omtrent uitwerking lid 3 als volgt te wijzigen: "Burgemeester en wethouders werken vanaf 1996 overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening het plan, voor wat betreft deze bestemming uit, met inachtname van de volgende regels 3. Te bepalen dat de uitwerkingsregels als genoemd in lid 3, onder II van artikel 4 Woongebied (nader uit te werken) W-U van het bestemmingsplan Kraaijenberg onverkort gehandhaafd Dit raadsbesluit werd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant goedgekeurd bij besluit van 14 oktober 1996 nr. 163602. blijven. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 653