Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 12528] Dienst/afdeling: JZ In de Visie Buitengebied welke is opgenomen in het structuurplan Breda Noordoost-Teteringen is het beleid in het algemeen gericht op het weren van nieuwe agrarische bedrijven en van intensieve veehouderij, boomteelt en/ of glastuinbouw in het buitengebied van Teteringen. In het Structuurplan is hierover het volgende beleid geformuleerd voor o.a. het gebied, dat de overgang vormt van de lage polder naar de hogere zandgronden en dat de bestemming "primair agrarisch gebied heeft": "Het gebied heeft een belangrijke functie voor de grondgebonden rundveehouderij. Bestaande bedrijven moeten ruimte krijgen voor uitbreiding. Een aantal bedrijven zal verdwijnen, de vrijkomende agrarische gebouwen moeten zo mogelijk worden gesaneerd en anders na sloop van de overtollige gebouwen omgezet in een woonbestemming. Nieuwvestiging van intensieve veehouderij, boomteelt of (glas)tuinbouw is in dit gebied ongewenst." Ad 2. Voorkomen van aantasting visuele openheid. In het vigerende bestemmingsplan "Buitengebied" (Teteringen) is aan de gronden van het poldergebied de bestemming "Visueel open agrarisch gebied met landschappelijke waarde" gegeven. Gronden met deze bestemming zijn bestemd voor agrarische productiedoeleinden, behoud en/ of herstel van de landschappelijke waarden en kernrandgebied/ bufferzone. Op grond van deze voorschriften is het o.a. niet mogelijk om zonder vergunning beplanting aan te brengen. Verder is bepaald dat een dergelijke vergunning moet worden geweigerd indien natuur- en landschapsbelangen in onevenredige mate door de aanplant zouden worden geschaad. Beplanting die in het kader van agrarische productiedoeleinden wordt aangebracht valt echter niet onder deze bestemmingsplanbepalingen Hierdoor kunnen zondermeer hectares grasland omgezet worden in cultuurgrond voor boomteeltbedrijven. In het structuurplan "Breda Noordoost - Teteringen" is met betrekking tot het poldergebied het volgende geformuleerd: "Het grootste gedeelte van het gebied wordt ingenomen door de laaggelegen polder. Het behoud van het open, natte karakter staat hier voorop. Het karakteristieke middeleeuwse verkavelingspatroon is zeer waardevol. Belangrijke structuurlijnen in het gebied zijn de westelijke verveningsgrens die wordt gemarkeerd door een hoofdwatergang, de Zwarte Dijk met een historie als turfvaart en verdedigingslinie en de hier loodrecht opstaande noord-zuid watergangen. In de landinrichting wordt voorgesteld om deze lijnen te versterken met een brede moerasstrook. Het zuidelijk deelde Lage Vuchtpolder, is onderdeel van de Groene Hoofdstructuur. Hier ligt de nadruk op het behouden en ontwikkelen van natuurwaarden. Het begrensde reservaatsgebied en de voorgestelde parkzones Strikberg en Polderpark worden op termijn aangekocht en komen in beheer van Staatsbosbeheer. Tot dat moment blijven deze gronden in agrarisch gebruik. Het noordelijk deel, de Moeren, is onderdeel van de Agrarische Hoofdstructuur. Hier wordt gestreefd naar gezonde, grondgebonden rundveebedrijven. Bebouwing, beplanting, boomteelt en (glas)tuinbouw zijn in beide delen van de polder ongewenst. Wel kan worden gedacht aan het beplanten van de oude verdedigingslinie van de Strikberg en en aanbrengen van erfbeplantingen bij de al aanwezige boerderijen Het verbreden van waterlopen, het realiseren van moerasstroken, slootkantbeheer en extensieve landbouw moet worden gestimuleerd". De mogelijkheden die het vigerende bestemmingsplan "Buitengebied" biedt en waarbij open grasland omgezet kan worden in cultuurgrond voor intensieve teelten kunnen de implementatie van het in het structuurplan verwoorde beleid danig frustreren. Mogelijke ongewenste ontwikkelingen kunnen voorkomen worden middels het nemen van een voorbereidingsbesluit waaraan een aanlegvergunningstelsel is verbonden. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 663