Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 12584] Dienst/afdeling: JZ bestaan tot het toekennen van een bijdrage in de kosten van deskundige bijstand, indien het inschakelen van deskundigen redelijkerwijs noodzakelijk was teneinde tot een geobjectiveerde waardebepaling te komen (zie ook AbRS 29 september 1999, Gst. 7117, 6). In dit geval heeft zich een dergelijke situatie evenwel niet voorgedaan. Daartoe is aangenomen dat de in dit geval van toepassing zijnde Procedureverordening Planschadevergoeding Nieuw-Ginneken (1995) voorschrijft dat, indien om planschadevergoeding is verzocht, advies moet worden gevraagd aan de schadebeoordelingscommissie (onafhankelijke deskundige), zijnde voornoemde SAOZ. Zoals al eerder aangegeven, is ons ook bij heroverweging niet gebleken dat het advies van de SAOZ niet op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Wij zijn in navolging van de AbRS dan ook van oordeel dat de kosten van de door bezwaarde ingeschakelde deskundige, met uitzondering van genoemd bedrag van f 712,-, voor haar rekening dienen te blijven. Verder menen wij, gelet op het vorenstaande, dat er geen sprake is van een bestreden besluit dat door ernstige onzorgvuldigheid in strijd met het recht is genomen. Consequenties Bezwaarde kan in beroep gaan bij de rechtbank. Communicatie Geen Commissiebehandeling De commissie Ruimtelijke Ordening kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en wethouders van Breda, C.C Als bijlage bij dit voorstel is meegezonden: -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 726